W.S. Mulder
De overgang tussen vrije en gedwongen buiging, de effecten van
smeringstoestanden van een staalkabel.
Experimentele opdracht,
Rapport 93.3.TT.4098, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
In de literatuur wordt aangenomen dat de overgang van vrije- naar gedwongen
buiging ligt tussen een oploophoek van 6° en 15°. Voor een
kruisgeslagen 6x25 vuldraad-constructie kabel met stalen kern is deze overgang
experimenteel bepaald. Dit is gedaan door eerst de zuivere buigspanning te
bepalen met behulp van rekstrookjes bij verschillende belastingen en
oploophoeken. Uit de zuivere buigspanning zijn met behulp van een
computerprogramma het oppervlakte-traagheidsmoment en de buigstraal van de
kabel bepaald. Uit zowel de zuivere buigspanning als de kromtestraal is
afgeleid dat het overgangsgebied van vrije naar gedwongen buiging ligt tussen
een oploophoek van 9° en 14°.
Een ongesmeerde kabel heeft een lagere buigspanning en een hogere trekspanning.
Dit was geheel in overeenstemming met de verwachtingen gezien de toenemende
wrijvingseffecten in een droge kabel.
Smering met een goed nasmeermiddel leidt niet tot aanzienlijk betere resultaten.
Het normaal gebruikte smeermiddel voldoet goed.
De resultaten van de normaalspanningen in de zijdraadjes wijken af van de
resultaten uit voorgaande onderzoeken; gemeten werd een gelijk spanningsverloop,
maar dan met gelijk teken i.p.v. tegengesteld teken.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.05.10;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.