M.A. Schroten
Voorraadbeheer met vraagsubstitutie; een simulatiemodel.
Computeropdracht,
Rapport 93.3.LT.4169, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
Beschouwd wordt een voorraadbeheerssysteem waarin eventueel
substitutieleveringen zijn toegestaan indien het gevraagde produkt niet
leverbaar is.
Als vraagverdeling wordt de volgende aangenomen: een normaal verdeelde
vraaggrootte met een negatief exponentieel verdeelde tussenaankomsttijd. Deze
verdeling is gekozen, in plaats van de gebruikelijke normale verdeling voor de
vraag, om met orders te kunnen werken en zo verschillende klanten te kunnen
simuleren. Bij de gebruikelijke normaal verdeelde vraag is niet duidelijk hoe
de vraag is samengesteld en op welke tijdstippen hij binnenkomt. Bovendien
verkrijgt men een vraag per tijdseenheid. Alvorens over te gaan tot beschouwing
van de processen, wordt onderzocht hoe deze samengestelde verdeling zich
gedraagt. Door middel van simulatie van de situatie en enig
literatuuronderzoek blijkt dat het gedrag van dit vraagproces het gedrag
van een normale verdeling goed benadert.
Nadat de vraagverdeling is vastgesteld, is het model en zijn systeemgrenzen
vastgesteld, zijn de verschillende objecten bepaald en is via de
"Booch notation" gekomen tot een gestructureerde opbouw van het
simulatieprogramma.
Vanuit deze situatie wordt een simulatiemodel ontwikkeld waarmee een
voorraadbeheersysteem met vraagsubstitutie nagebootst kan worden. Dit resulteert
in een object-georiënteerd model dat geïmplementeerd is in Borland
Pascal 7.O ondersteund met MUST. Vervolgens worden drie situaties beschouwd:
- De situatie waarbij geen substitutie mogelijk is. Hier worden de waarden
van parameters vastgesteld die nodig zijn om het vereiste servicelevel te
behalen.
- Vervolgens wordt met deze instellingen een situatie gesimuleerd waarbij
gebruik gemaakt wordt van de bepaalde parameterinstellingen.
- Tenslotte wordt, uitgaande van de voorgaande resultaten, bekeken of met
toepassing van substitutiemogelijkheden de gewenste servicelevels, zoals
benaderd bij de eerste methoden, weer haalbaar zijn door manipulatie van de
voorraadparameters.
Uit de experimenten die zijn uitgevoerd blijkt dat de servicelevels van het
model, zonder dat vraagsubstitutie is toegestaan, goed bij de ingestelde waarden
liggen. Indien men met deze instellingen vraagsubstitutie toepast is er een
aanzienlijke stijging van de totale servicelevels, hierbij zijn de
substitutieleveringen inbegrepen; door het beslag dat substitutie op voorraden
legt is er een daling van de direkte servicegraden, zonder meerekening van
substitutieleveringen.
Wanneer men uiteindelijk door manipulatie van de parameters de servicelevels
weer op het gewenste niveau wil terugbrengen lijkt dit redelijk te lukken.
Echter doordat er in het gebruikte model een vaste koppeling is tussen de
parameters voor de bestelhoeveelheden en de veiligheidsvoorraad bestaat, is het
niet mogelijk een goed zicht te krijgen op de precieze invloeden van de
manipulaties. Onderzoek met ontkoppelde parameters is hiervoor vereist.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2000.07.23;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.