Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



A. Neugebauer Automatisering van het laad en losproces van lichters, voorontwerp ten behoeve van de beheersing van lichterverplaatsingen.
Doctoraalopdracht, Rapport 94.3.TT.4246, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


Dit rapport is tot stand gekomen in het kader van actiepunt nr. IV van het actieplan dat door de Adviescommissie Stimulering Internationale Binnenvaart in het rapport "VAART IN DE KETEN" is gepresenteerd.

Vooronderzoeken hebben geleid tot de conclusie dat geautomatiseerde overslag van binnenvaartcontainers niet gerealiseerd kan worden zolang men tijdens dit proces met de bewegingen van het transportmiddel rekening moet houden.
Het doel van dit rapport is het uitwerken van een principe-oplossing voor het "stil" leggen van de aangemeerde duwbakken (shuttles) die voor de shuttledienst tussen Rotterdam en Antwerpen gebruikt worden.

Op basis van een globale analyse is gebleken dat driemaal per dag met shuttles van 200 TEU varen het meest efficiënt is.

In de loop van het onderzoek is gebleken dat het gedrag van schepen, die aangemeerd liggen aan een kade, tot op heden onvoldoende is onderzocht. Daarom is een voorstel gepresenteerd voor het opzetten en uitvoeren van een meetonderzoek aan de bewegingen (en de daaraan gerelateerde krachten) van een ponton dat is afgemeerd in een insteekhaven. Er is voor een ponton gekozen omdat deze een met de shuttle overeenkomstige vorm heeft en de voorgestelde shuttle nog niet beschikbaar is.
Er is een computerondersteund onderzoek gedaan naar de bewegingen van de voorgestelde shuttle wanneer die zich in open water bevindt. Op basis van dat onderzoek is een schatting gemaakt van het benodigde meetbereik voor een oriëntatiemeting die in Rotterdam (Delta Sealand Terminal) is uitgevoerd aan een aangemeerde lichter. Op basis van de meetresultaten van het in Rotterdam uitgevoerde onderzoek is een aanname gedaan met betrekking op de minimale toleranties op de positie van een aangemeerde shuttle. Met deze aanname en de positioneernauwkeurigheid van de gebruikte kraan zijn de vereiste afmetingen van de celopeningen bepaald, De stabiliteit van de voorgestelde shuttles vormt, zeker wanneer deze zijn aangemeerd met het in dit rapport voorgestelde positioneersysteem, geen belemmering voor automatisering van de overslag. Voor het positioneersysteem is een conceptontwerp gegenereerd. Het is echter niet mogelijk gebleken dit concept door te rekenen omdat een basis voor het schatten van de belastingen tot op heden ontbreekt.

Op basis van dit onderzoek kan het volgende geconcludeerd worden: Tenslotte kan nog opgemerkt worden dat het automatiseren van de overslag in eerste instantie een allocatieprobleem is.
De beweging van de shuttle wordt bepaald door golfbelastingen en mogelijk door wind. Dus door het kiezen van een plaats die zo beschut mogelijk ligt, kan de beweging van de shuttle beperkt worden.


Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.05.12; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.