E.H.L. Kocken
Transport en behandeling van kolen van de winning tot de exportterminal.
Literatuuropdracht/scriptie,
Rapport 94.3.TT.4316, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
In deze scriptie is het kolentransport van de mijn naar de exportterminal
onderzocht. Het geeft een overzicht van de manier waarop de kolen
getransporteerd worden en welke bewerkingen de kolen ondergaan tijdens dit
transport. Hierbij is vooral gekeken naar de grote kolenstromen, omdat
daarbij vaak de nieuwste technologie wordt toegepast.
Het kolentransport van de mijn naar de exportterminal gaat veelal indirect
via een bewerkingsplaats op de mijn of dicht bij de mijn. Op de bewerkingsplaats
worden de kolen gebroken, gewassen en opgeslagen. Het breken kan ook op de
mijn plaatsvinden met mobiele breekinstallaties. In een enkel geval zullen
de kolen direct van de mijn naar de exportterminal vervoerd worden. De kolen
zullen dan op de exportterminal bewerkt worden.
Het transport tussen de mijn en de bewerkingsplaats vindt plaats met
bandtransporteurs of speciale mijntrucks. Deze transportmiddelen kunnen
eveneens ingezet worden bij het directe transport van de kolen naar de
exportterminal. De mijntrucks zijn als transportwerktuig veel duurder en
onderhoudsgevoeliger dan bandtransporteurs, maar zijn wel zeer flexibel.
Zoals reeds vermeld worden de kolen op de bewerkingsplaats eerst gebroken,
dan gewassen en vervolgens opgeslagen. De dubbele rolbreker kan het best
worden ingezet voor het breken van de kolen, omdat deze een hoge capaciteit
kan hebben. Na het breken worden de kolen gewassen, waarbij de wasmethode
afhankelijk is van het type kolen en de korrelgrootte. De gewassen kolen
worden vervolgens opgeslagen op een mengveld. Voor een goed
homogenisatieresultaat dient de menghoop door een brugschraper afgegraven
te worden. Deze graaft de menghoop namelijk over de gehele breedte af.
Treinen, vrachtwagens, bandtransporteurs en binnenvaartschepen kunnen de
kolen van de bewerkingsplaats naar de exportterminal transporteren. De
toepassing van een van deze transportmiddelen is afhankelijk van vele
factoren en zal per lokatie verschillen. Hierna zullen per werktuig de
belangrijkste kenmerken gegeven worden.
Treinen worden veel toegepast door de hoge snelheid en het grote volume per
trein. Bovendien kan het lossen en laden van een trein geautomatiseerd
uitgevoerd worden, waardoor bespaard wordt op arbeidskosten.
Vrachtwagens zijn juist zeer arbeidsintensief door het lage laadvermogen per
werktuig. Doordat de kolen vaak tussen twee vaste punten vervoerd worden,
biedt de grote flexibiliteit van een vrachtwagen minder voordeel bij het
kolentransport.
Bandtransporteurs zijn kapitaalintensief, maar hebben lage operationele
kosten. Tegenwoordig worden bandtransporteurs met een lengte van meer dan
100 km toegepast. Een bandtransporteur biedt vooral voordelen als het
hoogteverschil tussen begin- en eindpunt groot is of als het niet goed
mogelijk is om een spoor of weg aan te leggen.
Binnenvaartschepen hebben een lange omlooptijd en zullen alleen toegepast
worden als er een bevaarbare rivier aanwezig is. Waar het wegvervoer een
probleem vormt, kan de binnenvaart een goed alternatief zijn.
Als de kolen op de exportterminal aankomen, worden deze eerst gewogen en
bemonsterd. Het statisch wegen met behulp van een bunker heeft de grootste
meetnauwkeurigheid, maar sluit minder goed aan op het continue interne transport
op de terminal met behulp van bandtransporteurs. De weegband kan daarentegen
continu wegen. De weegband is echter minder nauwkeurig, maar kan
tegenwoordig een nauwkeurigheid van 0.25% halen.
Na het wegen worden de kolen bemonsterd. Met een hammer sampler of clean
sweep kunnen de monsters van een transportband gehaald worden. Deze machines
worden door de hoge nauwkeurigheid veel toegepast.
De kolen kunnen dan direct naar het zeeschip getransporteerd worden, maar
worden meestal opgeslagen. Op basis van de manier van uitslag kunnen er twee
systemen voor de opslag onderscheiden worden. Bij het eerste systeem vindt
uitslag plaats met behulp van wielgravers en bij het tweede met ondergrondse
bandtransporteurs.
Het tweede systeem leent zich niet zo goed voor opslag van grote hoeveelheden
kolen, omdat o.a. de vele kleine hopen veel ruimte vragen. Het algemene
uitslagwerktuig is dus een wielgraver. Deze kan in vergelijking met de
uitslagwerktuigen voor de menghopen bredere hopen afgraven met een hogere
capaciteit. De afgegraven kolen worden weer gewogen en soms ook nog bemonsterd,
voordat ze met behulp van een scheepsbelader in het zeeschip geladen worden.
De keuze van een scheepsbelader is afhankelijk van vele factoren, waaronder de
te behandelen scheepsgrootte, waterbouwkundige kosten en de jaarlijkse
stroom door de terminal. Grofweg kan het volgende gezegd worden:
- Een vaste belader is geschikt voor kleine schepen.
- Een rijdende beladen biedt voordelen bij lage waterbouwkundige kosten.
- Een kwadrantbelader heeft een eenvoudige ondersteuning, maar is minder
geschikt voor de behandeling van grote schepen.
- Een lineaire belader kan grote schepen goed behandelen.
- Een mobiele belader is niet geschikt voor grote massastromen en wordt
weinig toegepast op de exportterminal.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2006.04.26;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.