T.J. Boeschoten en N.R.J. Langenkamp
Negatieve kruip op tractieschijf met halfronde groef.
Experimentele opdracht,
Rapport 94.3.TT.4367, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
Door het toepassen van elastischer materialen en het groeiende belang het
effect te kennen van de relatieve verplaatsing tussen kabel en schijf op de
kabellevensduur, is onderzoek naar het krachtenspel bij trachtieschijven niet
meer voldoende, maar is ook onderzoek naar de relatieve verplaatsingen van de
kabel over de schijf gewenst. Voorheen werden deze verplaatsingen beschreven
met behulp van de formule van Eytelwein. Echter, de aannames waar deze formule
op is gebaseerd, komen door bovengenoemde ontwikkelingen steeds minder goed
overeen met de werkelijkheid, wat de geldigheid van deze formule onder druk
zet.
Met behulp van een in de tractieschijf geplaatste videocamera met endoscoop
en bijbehorend frame grabber programma is onderzoek gedaan naar de relatieve
verplaatsingen tussen de kabel en de tractieschijf bij vieren, voor
tractieverhoudingen 1.25 en 1.35. Voor het meten van de spanning in de kabel
is gebruik gemaakt van een rekstrookje.
Gebleken is dat de kabel na het oplopen op de schijf aanvankelijk niet
verplaatst ten opzichte van de schijf. Op ongeveer 2/3 van het aanligtraject
treedt vrij plotseling negatieve kruip op. Dit gaat gepaard met wat
schommelingen.
De negatieve kruip blijkt een zeer plaatselijk verschijnsel van kabeldelen
te zijn, dat ontstaat door een wisselende inwendige wrijving en door
vormverandering van de omliggende kabelelementen. Deze effecten spelen een
grote rol doordat de kabelbelasting relatief laag is ten opzichte van de
belastbaarheid.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.05.13;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.