S.M. Kats
Drijvende Container Terminal. Een logistiek en technisch ontwerp.
Ontwerpopdracht,
Rapport 94.3.LT.4418, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
Intern transport op grote terminals wordt steeds kostbaarder. Dit wordt
voornamelijk veroorzaakt door grote transportafstanden en technisch
geavanceerde voertuigen.
Een origineel alternatief bestaat uit een netwerkstructuur van kanalen
waarin een groot aantal automatisch bestuurde schuitjes (de zogenaamde
DGV's: Drijvende Geleide Vaartuigen) zorgdragen voor dit interne transport.
In dit rapport is onderzocht of door gebruik van zo'n "Drijvende
Container Terminal" (DCT) de interne transportkosten op grote
terminals kunnen worden teruggedrongen.
Allereerst is er een programma van eisen voor het ontwerp opgesteld. Beperking
van de kosten is hierin de belangrijkste eis . Vervolgens is een aantal
mogelijke DCT-systemen kort besproken. Aan de hand van een viertal
(kosten)criteria, afgeleid van het programma van eisen, zijn de verschillende
systemen met elkaar vergeleken. Deze criteria zijn:
- investeringskosten
- operationele kosten
- onderhoudskosten
- automatiseringskosten.
De volgende DCT-systemen zijn met elkaar vergeleken:
- autonome DGV met geleidewanden
- autonome DGV met railgeleiding onder water
- kettingaandrijving in geleidewanden
- kettingaandrijving onder water
- rolbandaandrijving
- waterstroomaandrijving
Gemiddeld genomen komt de rolbandaandrijving als beste naar voren. De
autonome varianten hebben als nadeel dat de schuitjes moeten worden
bijgetankt. Bovendien zijn door het inbouwen van een motor de schuitjes
niet meer goedkoop. Verder kampen de 'onder water' varianten met
onoverkomelijk hoge onderhoudskosten. De kettingaandrijving in de
geleidewanden wordt technisch zeer gecompliceerd (hoge onderhoudskosten),
en de waterstroomaandrijving heeft te beperkte mogelijkheden om goed
geautomatiseerd te kunnen worden.
De rolbandaandrijving is nu als uitgangspunt gekozen voor een verdergaande
uitwerking van een DCT. De volgende conclusies kunnen naar aanleiding van
het DCT-ontwerp worden gemaakt:
- De beschreven DCT (rondgaande netwerkstructuur) blijkt goed inpasbaar te
zijn in de bestaande terminalinfrastructuur, onder andere door het directe
gebruik van de ASC's (Automatic Stacking Cranes) bij de ASC-terminal. Dit
bespaart een extra overslag.
- Op de energiekosten voor het interne transport is nauwelijks wat te
besparen (door geen enkel DCT-systeem). De investeringskosten zijn hoog.
De winst moet komen uit lagere operationele kosten door een goede
automatisering. Momenteel zijn de meeste transportwerktuigen op de
terminals nog bemand.
- Er zijn ongeveer 75 DGV's benodigd (niet-autonome aandrijving)
Naar aanleiding van bovenstaande conclusies ligt het voor de hand om onderzoek
te doen naar een systeem waarbij de operationele voordelen van de in dit
rapport beschreven netwerkstructuur (goede inpasbaarheid en goede
automatiseerbaarheid) worden gecombineerd met de voordelen van conventionele
railinfrastructuur (lagere investerings- en onderhoudskosten, en operationele
voordelen). Hierbij moet dan gedacht worden aan AGV's (Automatisch Geleide
Voertuigen) op rails. Grofweg wordt in dat geval de kanalen-infrastructuur van
de DCT vervangen door rail-infrastructuur.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2006.03.01;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.