Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie / Logistieke Techniek



S.M. Kats Ondergronds Transport
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 94.3.LT.4420, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.


In toenemende mate zijn voorbeelden te vinden van ondergronds transport. De voornaamste reden hiervoor is de toename van de vervoersstromen, gecombineerd met een beperkte ruimte bovengronds voor uitbreiding van de vervoersinfrastructuur.

In de literatuur worden veel voorbeelden van ondergronds transport beschreven. Voornamelijk in Japan, in en rondom Tokyo, waar de grondprijzen zeer hoog zijn, circuleren veel voorstellen voor toepassingen van ondergronds transport. Hieruit blijkt dat effectief ruimtegebruik vaak leidt tot benutting van de ondergrond. Daar de bodemgesteldheid in Tokyo en omgeving veel overeenkomst vertoont met de bodemgesteldheid in Nederland kan de japanse tunnelbouwervaring van veel belang zijn voor Nederland.

Na de publicatie van het AVBB (Algemeen Verbond Bouwbedrijf) in 1991, waarin onder andere een ondergronds buizenstelsel voor transport van consumentengoederen wordt voorgesteld, is er een discussie op gang gekomen over de voor- en nadelen van ondergronds transport en de behoefte daaraan. Ook een eventuele ondergrondse aanleg van de Betuwelijn heeft bijgedragen aan deze discussie.

In het eerste deel van dit rapport is een inventarisatie gemaakt van bestaande initiatieven op het gebied van ondergronds transport en ondergrondse transportnetwerken.
De meeste initiatieven hebben betrekking op ondergrondse distributie in de metropool Tokyo. Het gaat hierbij voor een groot deel om voorstellen voor complete ondergrondse transportnetwerken voor goederenvervoer en in één geval om een ondergronds distributienetwerk voor de post. De nederlandse initiatieven richten zich voorlopig meer op het buitenstedelijk ondergronds transport. Voorbeelden zijn de Metropolitaan, die de veier grote steden en Schiphol via een ondergrondse hogesnelheidsmetro met elkaar moet verbinden, en een Integraal Transport Systeem (ITS) dat een integratie van hogesnelheidstransport voor goederen- en personenvervoer met de bestaande infrastructuur nastreeft in Europa.
Verder zijn er nog initiatieven te noemen op het gebied van capsuletransport, ondergrondse laad- en losvoorzieningen, en complete futuristische stadssystemen.

In het tweede deel van het rapport wordt onderzocht in hoeverre er in Nederland behoefte is aan ondergronds transport en welke maatregelen moeten worden genomen om dit in te passen in de nederlandse distributiestructuur.
Eerst wordt de stand van zaken belicht van de tunnelbouwtechnieken en de huidige distributie. Vervolgens worden de voor- en nadelen van ondergrondse infrastructuur opgesomd. De belangrijkste nadelen zijn de hoge investeringskosten en de psychologische angstfactoren (voornamelijk bij personenvervoer). De voordelen zijn vrij uiteenlopend, maar komen in de meeste gevallen neer op het bevorderen van de leefbaarheid op maaiveldnivo door gebruik van de ruimte daaronder. Daarnaast is de milieuvervuiling ondergronds beter te beheersen en zijn zaken als fysieke en visuele overlast te verwaarlozen, evenals geluids- en stankoverlast.

De behoefte aan ondergronds goederentransport is in Nederland momenteel niet groot. Dit zal echter snel kunnen vervanderen als de huidige groeiontwikkelingen voortzetten. Een belangrijk logisitek gevolg van een ondergrondse sectie in het distributiekanaal is dat er zeker extra overslag zal plaatsvinden. Hiervoor zullen stadsdistributiecentra (SDC's) aan de rand van de steden geplaatst moeten worden. Momenteel wordt er op verschillende plaatsen in Nederland geëxperimenteerd met SDC's. De resultaten zijn voorlopig matig positief. De bereidheid van de vervoerders om er gebruik van te maken is nogal klein. De overheid zal het gebruik moeten stimuleren, zodat er op grotere schaal gebruik van zal worden gemaakt en daardoor, bij voldoende deelname, de effectiviteit verbeterd kan worden. Bij een goed functionerende distributie met SDC's is de stap naar een (gedeeltelijk) ondergrondse distributie gemakkelijker te maken.

Voor het personenvervoer geldt een gelijksoortige situatie. Het is van groot belang dat het openbaar vervoer zich ontwikkelt in harmonie met het individuele vervoer (auto, fiets). Het is namelijk niet realistisch om te denken dat men de vrijheid van het inividuele vervoer zal opgeven. Door een goede onderlinge afstemming via overstapplaatsen (de zogenoemde Transferia) zal het individuele vervoer op bepaalde trajecten wel kunnen worden teruggedrongen, door competitie van hoogwaardig (ondergronds) openbaar vervoer. De flexibiliteit van de aanwezige infrastructuur voor het individuele vervoer wordt gecombineerd met de voordelen van consolidatie van vervoersstromen bij het (ondergrondse) openbaar vervoer.

Door het publieke belang van de meeste ondergrondse projecten spreekt het voor zich dat de overheid een belangrijke bijdrage in de inversteringskosten zal moeten leveren. Vervolgens zou de infrastructuur dan (gedeeltelijk) verhuurd kunnen worden aan particuliere exploitanten.


Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 1997.08.31; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.