Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



J. Scholten Trilzeefinstallaties: een onderzoek naar de opbouw en het functioneren.
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 95.3.TT.4474, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


Zeefmachines verwijderen stof, gruis en breuk uit het produkt, scheiden grove delen uit de materiaalstroom af en sorteren naar korrel- of stukgrootte. Het principe is eenvoudig: scheiding op grond van deeltjesgrootte. Ligt de scheidingsgrens ruwweg tussen 0,5 en 150 mm, dan worden in de praktijk vaak trilzeefïnstallaties toegepast. Deze machines worden gekenmerkt door een 'trillende' periodieke beweging van het zeefdek in het verticale vlak in de bewegingsrichting van de korrels. Het zeefdek, waar de kleine korrels doorheen vallen en de grote korrels overheen afgevoerd worden, blijft hierbij altijd evenwijdig aan zichzelf. De periodieke beweging dient om de laag stortgoed op het dek keer op keer op te werpen en door elkaar te schudden. Pas dan krijgen alle kleine korrels de mogelijkheid om door de openingen in het zeefdek te vallen. Bij de bespreking van de trilzeefmachines is onderscheid gemaakt tussen:
1. conventionele zeefmachines
2. zeefmachines gekenmerkt door een dunne produktlaag
3. zeefmachines met flexibele zeefdekken (spannwellenzeven)

Conventionele zeefmachines zijn opgebouwd uit een zeefhuis waarin een zeefdek is gemonteerd. Het zeefdek werpt de deeltjes door een lineaire of een cirkelvormige beweging op. Om te voorkomen dat de constructie al te zwaar belast wordt, blijft de maximale versnelling van het zeefdek vaak beperkt tot circa 5 maal de zwaartekrachtsversnelling (g). Door de relatief kleine kracht die het dek op de korrels uitoefent, wordt de laag korrels slechts in beperkte mate door elkaar geschud. Een lange verblijftijd op het zeefdek is dan noodzakelijk voor een nauwkeurige scheiding. Dit resulteert in een lang (tot 6 m) zeefdek, een lage transportsnelheid ( < 0,2 m/s) en dus een beperkte te realiseren doorzet [t/h]. Tevens is het zeefdek door deze geringe kracht, in combinatie met het zeefbed van een aantal korrels dik, gevoelig voor verstoppingen.

Als de korrels echter met een veel grotere snelheid over het dek bewegen (tot 0,6 m/s), wordt de aangevoerde stortgoedstroom sterk 'uit elkaar a getrokken'. De stortgoedlaag op het dek kan dan beperkt blijven tot de dikte van één korrel. Op deze manier vallen per tijdseenheid aanzienlijk meer fijne deeltjes door het zeefoppervlak dan in geval van een dikke laag. Gevolg is dat het zeefgoed met een hogere capaciteit per vierkante meter dek gescheiden kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van de nauwkeurigheid. Hoge snelheden betekenen tevens dat de kans op verstoppende 'materiaalkoeken' kleiner zijn.

Dit principe wordt toegepast in de bananenzeef. Het eerste deel van het zeefdek staat onder een steile hoek (tot 45°) met de horizontaal, terwijl het tweede deel onder een hoek kleiner dan 20° is geplaatst. Ook de Mogensen Sizer is gebaseerd op dit principe. Deze zeef bestaat uit 3 tot 6 onder elkaar geplaatste steile ( >  30°) en relatief korte ( <  1,5 m) zeefoppervlakken. Door de meer-etagenconstructie wordt de materiaalstroom in verschillende groottefracties snel over de dekken verdeeld. Omdat de dekken onder steile hoeken zijn geplaatst, kunnen de afmetingen van de openingen in de bewegingsrichting van de korrels groter zijn dan de scheidingsgrootte. Hierdoor komen verstoppingen door deeltjes die vastraken in de openingen bij dit type zeef nauwelijks voor.

Een spannwellenzeef bestaat uit meerdere flexibele zeefdekdelen die om en om gespannen en ontspannen worden. De versnellingen waarmee de deeltjes op de zeefdekdelen worden opgeworpen zijn zo groot (tot 50g) dat het zeefbed goed los en door elkaar geschud wordt. Op deze manier kan nauwkeurig gezeefd worden. Tevens worden korrels die in een opening zijn blijven steken eenvoudig weer uitgeworpen, waardoor de zeef praktisch verstoppingsvrij kan werken.


Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.05.13; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.