D.J.M. Damen
Flexibele inzet van capaciteit bij de afdeling Aircraft Service van de KLM.
Doctoraalopdracht,
Rapport 95.3.LT.4483, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
De Productie Unit Aircraft Service is verantwoordelijk voor de afhandeling
van vliegtuigen op Schiphol, hetgeen bestaat uit het leveren van aankomst-
en vertrekservice en het verslepen van vliegtuigen. Dit wordt uitgevoerd
voor alle KLM-vliegtuigen die Schiphol aandoen en daarnaast voor een groot
aantal Buitenlandse Maatschappijen. De rangeerders van Aircraft Service
maken voor het leveren van vertrekservice en voor het slepen van
vliegtuigen gebruik van vliegtuigtractoren, waarvan er momenteel vijf
verschillende typen in gebruik zijn.
De unit werkt momenteel met een centraal aangestuurde sleepploeg. Deze is
verantwoordelijk voor het uitvoeren van de verschillende sleepbewegingen.
Daarnaast is een aantal decentraal aangestuurde pierenploegen
verantwoordelijk voor het leveren van aankomst en vertrekservice op de
pieren. Hiervoor is Schiphol opgedeeld in acht, zogenoemde pierlocaties.
Verstoringen in aankomende en vertrekkende vliegtuigen worden via een
aantal personen aan de betrokken rangeerders doorgegeven. Het feit dat er
verschillende personen betrokken zijn bij deze informatieoverdracht leidt
tot extra verstoringen van het proces. De invloed van de
informatievertraging die hierdoor kan ontstaan is een van de aspecten die
door middel van simulatie beschouwd wordt.
Om het mogelijk te maken de processen zoals die bij de Productie Unit
Aircraft Service uitgevoerd worden te analyseren is een simulatiemodel
ontwikkeld: Het Pegasus-plus model. Het gevormde model heeft als
uitgangsbasis het reeds bestaande Pegasus model
[zie rapport 94.3.LT.4384].
Binnen het Pegasus model
word onderscheid gemaakt tussen centrale en decentrale aansturing van de
rangeerders. De uitbreidingen zijn voornamelijk binnen het gebied van de
decentrale aansturing gedaan, de huidige werkwijze. Ze betreffen
voornamelijk het inspelen op verstoringen van het vluchtschema. Er wordt
ondermeer onderscheid gemaakt in aankomst- en vertrekverstoringen. Daarnaast
betreffen de uitbreidingen de eerder genoemde informatieverstoringen bij
het doorgeven van verstoringen aan de betrokken rangeerders. De
mogelijkheid van het uitwisselen van capaciteit tussen de verschillende
locaties wordt binnen het model geboden om tot meer flexibiliteit in de
aansturing te komen.
Voor relevante performance-indicatoren, waaronder het aantal veroorzaakte
vertragingen en de duur ervan, worden betrouwbaarheidsintervallen
berekend. Aan de hand van deze intervallen worden verschillende
gesimuleerde situaties met elkaar vergeleken en conclusies getrokken. De
werkwijze met centrale aansturing, waarbij er geen aparte sleepploeg is en
rangeerders niet zijn verdeeld over de pierlocaties, leidt hierbij tot het
minste aantal vertragingen. Het transport van rangeerders tussen de
diverse locaties geldt als negatief aspect van deze aansturingswijze. De
invloed van uitwisseling van rangeerder en/of equipment bij decentrale
aansturing van de pierploeg tussen de locaties uit zich in een verminderd
aantal vertragingen. De invloed van verstoringen, zowel in het
vluchtschema als in de infonnatievoorziening leidt tot een toename van het
aantal vertragingen.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 1997.10.02;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.