Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie / Logistieke Techniek



B.J. Vrolijk Openbaar vervoer-concepten voor de Randstad: een inventarisatie.
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 95.3.LT.4485, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.


Het openbaar vervoer kan worden opgedeeld in de volgende vier niveaus:
  • Internationaal niveau;
  • Regionaal niveau;
  • Agglomeratief niveau;
  • Stedelijk niveau.

  • In deze literatuurscriptie wordt alleen gekeken naar het openbaar vervoer in de Randstad. Uitgelegd wordt wat de niveaus inhouden en welke concepten er op deze verschillende niveaus bekend zijn.

    Het internationale niveau betreft de aansluiting van de Randstad op de rest van Europa. De Randstad dient gezien te worden als een meerkernige metropool. Deze metropool moet vooral na het vervallen van de binnengrenzen in de EG, snelle verbindingen hebben met het Europese achterland. Zonder dergelijke verbindingen zal de Randstad geïsoleerd raken en de positie van Nederland als vestigingsplaats zal achteruit gaan. Uiteindelijk zal dit zijn effect hebben op de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. Concreet moet in de Randstad dus een stelsel komen dat inhaakt op de Franse TGV en het Duitse EC/IC. In eerste instantie wordt hier gedacht aan de volgende stelsels: HSL, ARGUS en de TU-variant. Het stadsregionale collectieve vervoer is momenteel in overwegende mate nog van onvoldoende kwaliteit. In principe valt het regionale personenvervoer uiteen in verbindende stelsels en ontsluitende stelsels. De huidige stelsels van openbaar vervoer zijn vooral op de stadscentra gericht. De verbindingen tussen de centra onderling krijgen relatief weinig aandacht. In hoofdstuk 3 worden achtereenvolgens de Interliner, het VAL-concept en het duobus-principe beschreven. Zij zijn ontworpen om het openbaar vervoer op regionaal niveau te versterken en kwalitatief te verbeteren. De Interliner is sterk verbindend georiënteerd en kan concurreren met de sneltrein. Het VAL-concept is een vervoersysteem dat vooral in Frankrijk erg succesvol functioneert, en meer ontsluitend is ingesteld. Tenslotte wordt uiteen gezet hoe het mogelijk is dat de duobus zowel het verbindende als het ontsluitende principe dekt. In hoofdstuk 4 wordt gekeken naar het openbaar vervoer op agglomeratief niveau. Bekend is dat de reiziger het liefst op een comfortabele manier, op elk willekeurig tijdstip snel van deur naar deur gebracht wil worden, tegen aanvaardbare kosten. Het collectieve vraagafhankelijke vervoer (CVV) komt hieraan in grote mate tegemoet. In grote lijnen werkt het vraagafhankelijke vervoer als volgt:
    Een klein transportmiddel pikt de passagier thuis op, of bij een dichtbij gelegen halte. Dit gebeurt na een aanmeldingstijd van een half uur tot een uur. Er wordt gewerkt met een centraal telefoonnummer als schakel tussen de aangesloten taxibedrijven. Een centrale computer kent de actuele positie van de verschillende transporteenheden in bedrijf via sensoren in de weg. Ook kent hij het aantal, het vertrekpunt en de bestemming van de passagiers die hebben gebeld. Op deze manier kan een optimale routeplanning gemaakt worden en besloten worden welk voertuig naar welke 'call' wordt gezonden.
    Er zijn verschillende mogelijkheden waarop CVV gerealiseerd kan worden:
  • Buurtbus;
  • Belbus;
  • Bustaxi;
  • Tele-taxi;
  • Regio-taxi;
  • Bus-op-aanvraag;
  • Elektrische busjes;


  • Het laagste aggregatieniveau dat in deze scriptie geanalyseerd wordt is het stedelijk niveau. Op dit niveau blijken vooral geautomatiseerde vervoersystemen (GVS) interessant te zijn. Het gaat hier om locaties op relatief korte afstanden die hoogfrequent met kleine voertuigen bediend dienen te worden.
    In elk primair knooppunt in de Randstad zijn diverse toepassingslocaties aan te wijzen waar een geautomatiseerd systeem uitkomst zou kunnen bieden; zie de onderstaande tabel. De gegevens in de tabel zijn ontleend aan J.R. van de Berg "Geautomatiseerde systemen voor stedelijk personenvervoer" (Sectie Verkeerkunde, Infrastructuur, Faculteit Civiele Techniek, TU Delft (mei 1993)).

    Tabel: Locaties in de Randstad (en daarbuiten) voor geautomatiseerde systemen
    Knooppunt Locatie v/o*
    Amsterdam Noord-Zuidlijn tussen Amsterdam-Noord en het NS-station WTC v
    Ringlijn vanaf NS-station A'dam Zuid WTC naar Schiphol en Sloterdijk v
    Rotterdam Uitbreiding metrolijnen v
    Ontsluiting zakencentrum Kop van Zuid o
    Den Haag Pendel tussen de NS-stations HS en CS v
    Een alternatieve pendel tussen de NS-stations Laan van NOI, CS en
    HS, waarbijook het Haagse stadscentrum zelf wordt betrokken
    v
    Utrecht Realisatie van het UCP (Utrecht City Project), bedoeld voor een
    hoogwaardige ontsluiting van het stationsgebied en een verbinding
    met de binnenstad
    o
    Schiphol Verbinding met de tweede terminal en met eventuele verdere
    uitbreiding ten behoeve van de opvang van overige zware
    verkeersstromen
    o
    Ontsluiting van de door projectontwikkelaar Chipshol voorgestane
    kantoor- en werklocaties ten zuiden van Schiphol, het zogenaamde
    Chipshol City
    o
    HSL-stations Voor de vergroting van de uitstraling van de in Nederland
    geprojecteerde stations voor de hoge snelheidslijn
    o
    Overige locaties Ontsluiting van pretpark "de Efteling" bij Kaatsheuvel, waarbij
    vooral de afstand parkeerterrein-ingang een hindernis vormt
    o
    Ontsluiting van Archeon in Alphen aan den Rijn o
    Verbinding tussen NS-station Amsterdam RAI en het RAI-complex v
    Verbinding tussen NS-station Maastricht en het stadscentrum (Vrijthof) v
    * : v betekent dat de toepassing verbindend is van aard;
       : o betekent dat de toepassing ontsluitend is van aard.

    Er zijn twee toepassingsgebieden die perspectieven voor GVS bieden:
  • Interne systemen: ontsluitende systemen op locaties als grote luchthavens;
  • Verdeelsystemen: verbindende systemen tussen grote activiteitencentra.

  • Van beide systemen worden kansrijke uitvoeringen besproken. Interne systemen zijn bijvoorbeeld: TEW, ARAMIS, TRAX, MAGLEV en TAXI 2000. Belangrijke verdeelsystemen zijn SK 6000 en de H-Bahn. Een beknopt overzicht van deze systemen en hun karakteristieke keninerken wordt gepresenteerd in een bijlage.

    Deze scriptie wordt afgesloten met een concluderend hoofdstuk. Hierin wordt aangegeven wat de feitelijke knelpunten zijn en wat er in de toekomst moet gebeuren.


    Rapporten studenten Logistieke Techniek
    Gewijzigd: 1997.11.12; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.