Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie / Logistieke Techniek



M. de Bruijn Modaliteitenkeuze in het vervoer.
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 95.3.LT.4512, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.


De meest dynamische sector van de goederenmarkt is het transport van de fabrieksgoederen, speciaal de consumentengoederen. [zie A.S. Fowkes, C.A. Nash en G. Tweddle "Investigating the market for inter-modal freight technologies" Transportation Research A, Vol.25A nr.4 (1991) pp.161-172]. Omdat veel consumentengoederen uit het Verre Oosten komen, is er transport nodig van deze goederen naar de markt in het Westen. Als er meer dan één vervoermiddel, ook wel modaliteit genoemd, op dit traject wordt gebruikt, spreekt men van intermodaal vervoer.

Het doel van deze literatuurscriptie is om een inventarisatie te maken van de modellen, die gericht zijn op het gebruik van intermodaal vervoer. Dat wil zeggen, dat er wordt gezocht naar modellen, die een keuze maken uit verschillende of meerdere modaliteiten op één of meerdere trajecten. Deze keuze kan gebaseerd zijn op kostenaspecten, maar ook op tijdsaspecten. Uit deze literatuurscriptie is naar voren gekomen, dat er nog weinig modellen ontwikkeld zijn die de problematiek van intermodaal vervoer behandelen. Uiteindelijk zijn er drie modellen gevonden. Deze modellen beschrijven ieder een klein gedeelte van de problematiek van het intermodaal vervoer.

Het eerste model is het model voor intermodaal vervoer van Min [H. Min "International intermodal choices via chance-constrained goal programming", Transportation Research A, Vol.25A nr.6 (1991) pp.351-362]. Dit model rekent verschillende combinaties van modaliteiten door, om de lading van leverancier naar klant te vervoeren. Het model is uitgegaan van vervoer over meerdere continenten. Dit betekent, dat er altijd van meerdere modaliteiten gebruik gemaakt dient te worden. Het succes van een combinatie van modaliteiten hangt af van de geformuleerde doelen van het bedrijf (b.v. minimaliseren van vervoerskosten). Uit testen met het model blijkt dat deze doelen grote invloed hebben op de keuze van een combinatie.

Het tweede model is het model voor een modaliteiten keuze van Benjamin [J. Benjamin "An analysis of mode choice for shippers in a constrained network with application to just-in-time inventory", Transportation Research B Vol.24B nr.3 (1990) pp.229-245]. Dit model bekijkt de gehele logistieke keten van de produktiefabriek tot en met de klant en de daarmee samenhangende kosten. Het model heeft de keuze om de lading over verschillende trajecten met verschillende modaliteiten te vervoeren. Hierbij worden alle kosten in rekening gebracht en ook de capaciteitsbeperkingen van de trajecten meegenomen. Dit model geeft de verlader een goed beeld, welke mortaliteit de goedkoopste optie is voor een traject.

Het derde model is het model voor investeringen in een transportsysteem van Mohapatra en Dutta [P.K.J. Mohapatra en R.K. Dutta "An intermodal investment decision model in the transport sector" Omega, Vol.18 nr.2 (1990) pp.203-212. Dit model belicht een hele andere kant van het probleem van intermodaal vervoer, te weten de investeringen die een overheid moet doen om het transportsysteem efficiënt te houden. Het model helpt de overheid om een beeld te krijgen, in welke modaliteiten geïnvesteerd moeten worden om geen capaciteitsproblemen te krijgen. Het model bepaalt een optimale mix van investeringen in modaliteiten voor een gegeven investeringsbedrag. Dit gebeurt aan de hand van geformuleerde doelen van de overheid, bijvoorbeeld het minimaliseren van de energiekosten of de maximalisatie van de transportcapaciteit. Het model beoogt niet om de enige juiste oplossing te geven , maar is meer een leidraad voor de overheid.


Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 1997.09.23; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.