K.J.S. Herremans
Kostenberekening voor een innovatief kustvaartconcept: "de Coaster Express"
Doctoraalopdracht,
Rapport 96.3.LT.4546, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
Het containervervoer op de Maasvlakte zal de komende jaren blijven stijgen.
Van 1.5 miljoen containers overslag in 1995 naar maximaal 4.1 miljoen en
minimaal 2.0 miljoen containers overslag in 201 0. Dit betekent dat er
behoefte komt aan grootschalige transportsystemen die op regelmatige basis
grote containerstromen vervoeren.
De Coaster Express (CoEx) is een innovatief kustvaartconcept dat inspeelt
op de verwachtte toename van containervervoer. Het gaat uit van een
dagelijkse afvaart vanaf de Maasvlakte naar meerdere short sea
bestemmingen. De schepen die ingezet worden, zullen niet op lijndienst
varen maar een roulerend vaarschema hebben. Op de Maasvlakte zal het laden
en lossen gebeuren met automatische kadekranen die 24 uur per dag
operationeel zijn. Een laad/los-operatie op de Maasvlakte duurt 8 uur.
Twee afmeerplaatsen die 24 uur per dag operationeel zijn volstaan om
iedere dag zes schepen, met een capaciteit van 480 TEU, te laden en te
lossen.
De organisatie van de CoEx dient volledig anders te zijn dan de huidige
organisatie met afzonderlijke terminaloperators, rederijen en
transporteurs. Er moet een organisatievorm komen die alle terminals
beheert, de schepen beheert en het achterlandvervoer voor zijn rekening
neemt. Alleen zo kan de CoEx zijn voordelen maximaal benutten.
Binnen het CoEx-concept is er onderzocht of het goedkoper is om met een
duwboot/bak-combinatie te varen in plaats van met schepen. De duwboten
worden dan veel intensiever gebruikt dan de schepen. Bovendien blijven de
duwbakken langer in de bestemmingshaven waardoor een groter tijdvenster
voor laden en lossen ontstaat. Om deze vergelijking goed te maken zijn de
twee vaartuigen vergeleken op twee trajectgroepen: één met
zes lange en één met zes korte lijnen. Voor de lange lijnen
is het zeker niet rendabel om met een duwboot/bak-combinatie te varen. Bij
de korte lijnen is het sterk afhankelijk van de aannamen. Met de aannamen
die in dit rapport gemaakt zijn is het niet rendabel om met een
duwboot/bak-combinatie te varen.
Het vergelijken van CoEx-vervoerskosten met de in de literatuur gevonden
waarden is zeer moeilijk. Dit komt omdat vaak niet duidelijk is uit welke
kostenposten de gevonden waarden opgebouwd zijn.
In combinatie met het CoEx concept is een aantal extra technische en
logistieke mogelijkheden kort toegelicht.
- De automatische combikraan: het laden en lossen van twee schepen die
naast elkaar liggen en waaroverheen een brugkraan staat die beide boten
kan bedienen.
- Delta Transit: een mogelijkheid om met automatische voertuigen het
achterlandvervoer te doen. Dit binnen een beperkt netwerk van op- en
afstapplaatsen.
- Interlining: het verschepen van containers tussen twee bestemmingshavens
door ze over te slaan op de Maasvlakte van de ene lijn naar de andere. Dit
als alternatief van een rechtstreekse kustvaartlijn tussen de twee
bestemmingshavens.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 1997.10.26;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.