B.J. Vrolijk
Behandeling van een groot containerschip. Een simulatie in Taylor II.
Computeropdracht,
Rapport 95.3.LT.4565, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
Eén van de ideeën van het 2000-12 project-team om zeer grote
containerschepen te kunnnen behandelen, is gebruik te maken van een buffer
voor de kraan met een opslagcapaciteit van 1 à 2 uur. Het contact
tussen kraan en buffer wordt verzorgd door automatisch gestuurde
voertuigen (AGV's).
In dit verslag wordt uiteengezet hoe bovenstaande gesimuleerd kan worden
in Taylor II. Eerst wordt stilgestaan bij de modelbouw. Het model is zodanig
vervaardigd dat het hele proces real time op het scherm te volgen is.
Het model werkt in grote lijnen volgt: Een container komt volgens een
aankomst-schedule een moederstack binnen. Via een abstracte 'black box'
worden de containers naar liften getransporteerd. De lift met de minste
overslag wordt als eerste bediend. De lift tilt de container op een
plateau in een TRION (soort automatische stacking crane), onder voorwaarde
dat de stackrij niet vol is. Als de TRION een container ontvangt, zet hij
deze in de stackrij. Zolang de stackrij niet actief is, blijft dit proces
zich herhalen. Op een gegeven moment komt er een AGV aan. Zodra de AGV het
'laadpad' (verbinding kade-stackrij) betreedt, wordt de stackrij
ge(re)activeerd. De stackrij stuurt een container naar de TRION,
welke de container vervolgens via fictieve hulpbuffers op de wachtende AGV
zet. De AGV gaat op pad naar de kadekraan om zich aldaar van zijn lading te
ontdoen.
Nadat het model gebouwd is, wordt er mee geëxperimenteerd. Met name
wordt onderzocht wat voor de behandelde configuratie het optimale aantal
AGV's is. Eerst wordt er op basis van gemiddelde waarden een
eenvoudige handberekening gedaan. In Taylor Il wordt hierna een simulatie
gedaan. Met behulp van een opwarmperiode en het variëren van het aantal
AGV's wordt gezocht naar het optimale aantal. Het blijkt dat door de
variatie in de behandeltijd van de kadekraan er meer AGV's nodig zijn dan
met de hand was berekend.
Na het experimenteren worden conclusies en aanbevelingen voor verder
onderzoek gegeven. In de conclusie wordt de validatie en de verificatie
van het model bekeken. Ook wordt een mening gegeven over het werken met
Taylor II. De aanbevelingen hebben betrekking op het verder uitbouwen en
detailleren van het model.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 1997.11.13;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.