Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie / Logistieke Techniek



J.M.A. Quaegebeur Logistiek-operationele studie van het St. Lawrence Seaway Systeem
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 96.3.LT.4766, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.


In april 1959 was de bouw van de 3700 kilometer lange waterweg op de grens van de Verenigde Staten en Canada voltooid. De St. Lawrence Seaway is een maritieme transportroute vanaf de Atlantische Oceaan, die een rechtstreekse verbinding maakt met één van de grootste industriële en landbouwmarkten van het Noordamerikaanse continent (het Grote Meren gebied). De economische waarde van het systeem is zeer groot gezien het feit dat er 25% van de bevolking van het continent verantwoordelijk is voor 40% van de Amerikaanse en 66% van de Canadese industriële produktie. In 1995 werd er in het totaal 39 miljoen ton vracht verscheept door het St. Lawrence Seaway systeem.

Het tweehoofdige bestuursorgaan, de Amerikaanse St. Lawrence Seaway Development Corporation (SLSDC) en de Canadese St. Lawrence Seaway Authority (SLSA), is voortgekomen uit de internationale joint venture van de jaren '50. Zij beheren en exploiteren ieder individueel de op hun eigen grondgebied liggende secties en samen het internationale traject. Omdat 80% van de Seaway in Canada ligt, hebben zij met betrekking tot de exploitatie en inkomstenwerving een andere mening dan de Amerikanen. De cargo tollstructuur en het optimaliseren van operationele en economische procedures zijn de belangrijkste onderwerpen van discussie tussen de autoriteiten, de SLS partners, zoals de Coast Guard en de loodsen, en de commerciele gebruikers van de Seaway. Alles wijst erop dat in de toekomst het bestuur van het Seaway System geprivatiseerd en gecommercialiseerd zal worden. Een organisatie van mensen uit de publieke sector en de commerciële sector gecombineerd, zullen als taak krijgen het systeem economisch en operationeel-bedrijfskundig verantwoord in de volgende eeuw te beheren.

De fysieke capaciteit en randvoorwaarden van de Seaway zijn vaststaande gegevens, waarmee de organisatie zo efficiënt mogelijk moet omgaan. De dimensies van de kanalen en sluizen, het klimaat en de seizoensgevoeligheid zijn factoren waar men niet omheen kan, maar die economisch zeker nadelige consequenties met zich mee brengen. De afmetingen van de waterweg en van de maritieme infrastructuur schrijven de maximale dimensies van de schepen in de Seawayvloot voor. De natuurlijke omstandigheden bepalen dat de Seaway gedurende de drie wintermaanden, januari, februari en maart, geheel gesloten is voor transporttransits. En de versmallingen in de kanalen en de sluizen om het hoogteverschil te overbruggen, veroorzaken vaak onvoorziene vertragingen bij slecht weer en/of druk verkeer op de Seaway. Dit laatste staat tevens in relatie met de betrouwbaarheid en veiligheid van het systeem, waaraan de gebruikers strenge eisen stellen. Extra kosten door opgelopen vertragingen en schade worden als zeer onaangenaam ervaren door de gebruiker en bepalen zodoende in hoge mate diens beoordeling van het systeem als geheel.

In het St. Lawrence Seaway systeem worden voor het goederentransport twee soorten schepen ingezet; lakers en zeeschepen. De lakers representeren 70% van de totale Seawayvloot en zijn gebouwd naar de maximale voorgeschreven dimensies van de Seaway. De laker is een 'dedicated' schip, dat alleen optimaal kan worden ingezet in de 'domestic' vaart. De 'domestic' handel levert ook ongeveer 70% van de totale transportactiviteiten. De andere 30% bestaat uit zeeschepen, meestal handy-size bulkcarriers, die niet de maximale afmetingen van de Seaway hebben en daardoor minder beperkt zijn qua inzetbaarheid op eventueel andere routes. De leeftijdsopbouw van deze schepen is echter een probleem. Om in de toekomst de internationale handel voldoende vervoerscapaciteit te kunnen garanderen, moeten in de komende 10 jaar ongeveer 50 nieuwe handy-size bulkcarriers worden gebouwd.

De bouw van nieuwe schepen is belangrijk, aangezien juist de afgelopen jaren de overzeese handel begint aan te trekken. Dit heeft te maken met de groei van de wereldeconomie, maar ook met globale en mondiale marktverschuivingen. In deze 'niche'-markt is veel kennis en ervaring vereist om te kunnen inzien wat er gaande is en wat er gaat gebeuren. Toch is het mogelijk een vast patroon vast te stellen in het goederentransport in en naar het SLSS. Buikgoederen, het levensbloed van de Seaway, neemt meer dan 50% van het totaal op hun rekening. Buik cargo bestaat voor 80% uit grondstofprodukten en voor 20% uit fabrikaten. Vervolgens komen de graanprodukten en stukgoederen met respectievelijk 30% en 15%. Containervervoer heeft geen bestaansrecht in het systeem. Globaal geldt dat buik grotendeels continentaal verhandeld wordt, de graanprodukten zijn deels voor de 'domestic' handel, deels voor de export bestemd en de stukgoederen worden gïmporteerd. 40% van de internationale handel wordt gedaan met Europese landen. Er zijn goede mogelijkheden om in de toekomst het overzeese transport naar verschillende werelddelen verder uit te breiden.

Het vergroten van het marktaandeel van de SLSS wat betreft goederentransport op het continent zal minder makkelijk gaan, sinds de concurrentie van alternatieve routes en modaliteiten de laatste jaren duidelijk is versterkt. Vooral de Mississippi barge-shipping instellingen en de Canadese spoorwegorganisaties vormen reële concurrentie op het gebied van stukgoed en graanvervoer. Het spoor vormt behalve een sterke concurrent, tegelijkertijd een sterke partner in het continentale transportnetwerk.
Het rapport geeft verder geen antwoord op vragen over marktaandelen, optimalisatiestrategieën en gestelde 'milestones' van de kant van de alternatieve modaliteiten.

Onder de voorwaarde dat een groot deel van bovenstaande problemen en nadelige factoren in goede banen kan worden geleid, bevoorrechte posities nuttig worden gebruikt en de concurrentie strategisch goed benaderd blijft, zal het St. Lawrence Seaway System zijn overheersende marktaandeel in het buik- en graanvervoer en de zware lading transport van stukgoederen kunnen behouden.


Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 1997.10.28; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.