A.D. van der Werk
Capaciteitsbepaling liftinstallaties.
Doctoraalopdracht,
Rapport 99.3.LT.5229, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
In dit rapport is te lezen hoe een simulatieprogramma is gemaakt waarmee de
capaciteit van liftinstallaties in gebouwen kan worden bepaald. Voordat
begonnen is met het schrijven van het programma is een literatuuronderzoek
gedaan naar het aantal personen dat in een gebouw aanwezig is. Er zijn
waarden gevonden voor het gemiddeld oppervlaktegebruik per werknemer bij
verschillende soorten kantoorinrichting. Het blijkt dat het
oppervlaktegebruik per werkplek behoorlijk kan variëren, afhankelijk
van de kantoorinrichting. Verder zijn waarden gevonden voor het percentage
van de tijd dat werknemers op hun werkplek of elders in het gebouw
aanwezig zijn. Het blijkt dat de aanwezigheid op kantoor afhankelijk is
van de soort bedrijfsvoering.
Er is een programma van eisen opgesteld voor een simulatieprogramma. Verder
wordt beschreven wat belangrijke componenten, procedures en functies zijn
binnen het computerprogramma.
Aan de hand van het programma van eisen is een simulatieprogramma
geschreven waarmee de capaciteit van liftinstallaties kan worden bepaald.
Er kan gebruik worden gemaakt van een eenvoudig invoerformulier waarmee
snel de bekende gegevens kunnen worden ingevoerd. De in te voeren gegevens
betreffen onder andere de gebouwconfiguratie, de verkeerssituatie en de
gewenste statistieken. De invoergegevens kunnen eenvoudig worden
opgeslagen in een bestand en vanuit een bestand worden ingelezen. Vanuit
het invoerformulier kan eenvoudig een simulatie worden opgestart, waarna
de gegenereerde statistieken geanalyseerd kunnen worden. Na afloop van een
simulatie bestaat de mogelijkheid om de simulatiegegevens op te slaan of
direct uit te printen.
Om het simulatieprogramma te valideren zijn resultaten van het
simulatieprogramma vergeleken met resultaten die zijn berekend met behulp
van een berekeningsprogramma. Het blijkt dat de resultaten van de
simulaties en de berekeningen goed met elkaar overeenkomen. Een groot
voordeel van de simulaties is dat nu meer inzicht kan worden gekregen in
het functioneren van liftinstallaties. Daarnaast bestaat nu ook de
mogelijkheid om verschillende besturingen met elkaar te vergelijken.
Om snel tot een oordeel te komen over de capaciteit van de liftinstallatie
kan een simulatie worden gedaan met een simulatieduur van 6 uur. Een
dergelijke simulatie geeft reeds uitkomsten met de gewenste
nauwkeurigheid. Daarnaast is het mogelijk om een betrouwbaarheidsinterval
te maken van de performance-indicatoren. Hiertoe moet een simulatierun
worden opgedeeld in subruns (minimaal 30) van bijvoorbeeld 20 minuten.
Er is een vergelijking gemaakt tussen drie besturingen, te weten een
'standaard' besturing, een High Rise / Low Rise besturing en een geavanceerde
besturing. Hieruit blijkt dat het toepassen van een geavanceerde besturing
zinvol kan zijn. In een gebouw van 24 verdiepingen met 7 liften en een standaard
besturing konden 6 liften worden geplaatst met een geavanceerde besturing
met behoud van capaciteit en performance. De positieve invloed op de
vervoerscapaciteit van de toepassing van een high-rise low-rise besturing
is kleiner dan de invloed van de toepassing van een geavanceerde
besturing.
Het simulatieprogramma is geschreven voor een specifieke gebruiker. Bij het
gebruik van het programma is er dan ook van uitgegaan dat de gebruiker
kennis heeft van en gevoel heeft voor reële waarden voor wat betreft
liftconfiguraties. Verder wordt er van uitgegaan dat er enig inzicht is in
het functioneren van simulaties in het algemeen. Voor het interpreteren
van de simulatieresultaten is dit noodzakelijk. Ondeskundig gebruik kan
leiden tot verkeerde interpretatie en ongeldige uitkomsten.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2000.07.26;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.