Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



G.T. Prins Banden voor transportwerktuigen.
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 99.3.TT.5268, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


Banden voor transportwerktuigen zijn in zeer veel typen, soorten en maten verkrijgbaar, van allerlei fabrikanten; op het eerste gezicht lijkt van onderscheid geen sprake te zijn. Dat maakt de keuze voor een band voor een bepaald transportwerktuig er niet eenvoudiger op. Door een verkeerde bandkeuze kunnen de kosten voor de gebruiker hoog oplopen, als gevolg van het niet goed functioneren van het werktuig, wat zelfs kan leiden tot schade aan het voertuig en de omgeving. Vraag is dus hoe een juiste bandkeuze gemaakt wordt en kan worden.
Kennis van voertuigbanden is bovendien onontbeerlijk voor de ontwerper om reeds in een vroeg ontwerpstadium met banden en bandeigenschappen rekening te kunnen houden.
Hiertoe is een overzicht gemaakt van banden voor transportwerktuigen met een draag- en/of hefvermogen ≥ 1,5 ton. Tevens is aangegeven welke belangrijke bandeigenschappen er zijn en enkele karakteristieke waarden hiervan. Tot slot is een leidraad gevormd om te komen tot een juiste bandenkeuze voor een nieuw te ontwikkelen transportwerktuig.
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van literatuur en informatie, verkregen via gesprekken met bandenspecialisten van Continental, Michelin en TNO.

Banden voor transportwerktuigen kunnen ingedeeld worden in luchtbanden (radiaal- en diagonaalbanden), volrubberbanden en massieve banden. Luchtbanden zijn voor zeer veel toepassingen inzetbaar. Het draagvermogen van een luchtband wordt bepaald door de hoeveelheid lucht in de band, dus door de bandenspanning en het bandvolume. Door de bandenspanning te variëren, kan bovendien de stijfheid aangepast worden. Bandenspanning, snelheid en draagvermogen zijn aan elkaar gerelateerd en kunnen niet afzonderlijk beschouwd worden. Groot voordeel van met name de radiaalband ten opzichte van de massieve of volrubberband is dat de vlaktedruk in het contactvlak nagenoeg constant is bij variërende verticale belasting. Ook zijn luchtbanden in veel hogere draagvermogens verkrijgbaar. Belangrijke nadelen van luchtbanden zijn de kans op lekkage en een hogere slijtage dan volrubberbanden en massieve banden. Banden met binnenband worden nauwelijks meer toegepast en diagonaalbanden worden steeds vaker vervangen door radiaalbanden.
Volrubberbanden en massieve banden hebben een hoge bandstijfheid en rolweerstand en zijn daarom slechts inzetbaar op effen ondergrond en voor lage snelheden (≤ 25 resp. ≤ 16 km/h). Voordelen van beide bandtypen zijn dat ze uitstekend bestand zijn tegen inrijdingen, nauwelijks slijten en geen onderhoud vergen.
ETRTO is de Europese norm voor banden en velgen. Jaarlijks geeft ETRTO een Standard Manual uit, waarin de meeste banden staan met de belangrijkste gegevens en afmetingen. Aanbevolen wordt om de ETRTO-manual aan te schaffen voor de vakgroepbibliotheek. Belangrijke bandeigenschappen en -kenmerken zijn onder meer de rolweerstand, stijfheden, het draagvermogen, het contactoppervlak en de wrijvingscoëfficiënt.
Een aantal bandeigenschappen is strijdig met elkaar; dat noodzaakt de bandenfabrikanten tot het maken van banden voor speciale toepassingen waarin bepaalde bandeigenschappen meer naar voren gehaald en andere naar de achtergrond gedrongen worden. Het selectieproces komt daarom neer op het zoeken van een band die voldoet aan de meeste eisen of het meest geschikt is voor een bepaald voertuig.

Voorafgaand aan het selecteren van een band dient eerst bepaald te worden of het voertuig een wegvoertuig (vrachtwagens, trailers en autobussen) dan wel een industrievoertuig is; de eerste categorie is gebonden aan de wetgeving betreffende aslasten en voertuigafmetingen. Banden voor wegvoertuigen kunnen bovendien continu volbelast worden bij maximale snelheid. Dit geldt niet voor banden voor industrievoertuigen; hier zijn de topsnelheden veelal beperkt en dient middels de TKPH-berekening getoetst te worden of een band geschikt is voor een bepaald inzetpatroon. Naast bandtype en inzetgebied zijn andere selectiecriteria: astype, draagvermogen, bandafmetingen, bandstijfheden en exploitatiekosten. Tevens hangt de bandkeuze af van de eisen van de gebruiker omtrent de geboden service en het merkenbeleid van de bandendealer.


Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.02.10; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.