S. de Bakker
Fileproblematiek in Nederland, verkeersbeheersing en capaciteitsverhogende
maatregelen.
Literatuuropdracht/scriptie,
Rapport 99.3.LT.5273, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
Het congestieprobleem is een probleem dat niet met behulp van één
maatregel op te lossen is. Het congestieprobleem vraagt om een proces
waarbij economen, technici en vele anderen de handen ineen moeten slaan om
gezamenlijk tot de beste oplossingen te komen. Naast de praktische
moeilijkheden levert het congestieprobleem een groot politiek probleem. Het
probleem beïnvloedt vele aspecten van de samenleving.
Het Nederlandse beleid is enerzijds gericht op het verbeteren van de
bereikbaarheid voor economische doeleinden en anderzijds op het
verminderen van de negatieve gevolgen van transport en dan vooral de
aspecten als ruimteverbruik en luchtvervuiling. Het actuele
overheidsbeleid is verder gericht op het bereiken van een betere benutting
van de bestaande infrastructuur. De maatregelen van de overheid zijn
vooral bedoeld om de groei van het autoverkeer te beperken en het zorgen
voor een betere spreiding van het autoverkeer door het toepassen van
verkeersbeheersingsmaatregelen op het hoofdwegennet.
Voor verkeersbeheersing zijn de volgende beleidsdoelstellingen
geformuleerd:
- Het garanderen van de netwerkfunctie van het hoofdwegennet;
- Het verhogen van de betrouwbaarheid van het hoofdwegennet;
- Het bevorderen van een selectieve behandeling van doelgroepen;
- Het lokaal verbeteren van de verkeersprestatie.
In het beleid dient zodoende een compromis gezocht te worden. In het
huidige beleid wordt een bepaald congestieniveau als acceptabel en zelfs
wenselijk ervaren. Afwezigheid hiervan betekent namelijk een verspilling
van schaarse middelen en rijkdommen. Op dit moment liggen de
congestieniveaus echter ver boven het optimale niveau. Congestie moet voor
een deel gezien worden als een positief symptoom van een goedontwikkelde
samenleving, waarbinnen het volume van het wegtransport sneller groeit dan
de capaciteit van de gebruikte infrastructuur. De vraag is nu echter of we
door de vicieuze cirkel heen kunnen breken. Financiële instrumenten, zoals
betaalstroken, kunnen deels een oplossing bieden. Het distribueren van
schaarse wegruimte onder concurrerende consumenten biedt tevens een geheel
nieuwe kijk op bereikbaarheid. Ook nieuwe technologieën zoals telematica
kunnen bijdragen aan een nieuwe kijk op dit oude probleem.
In dit kader worden veel onderzoeken verricht naar oplossingen en methoden
voor het verkleinen van het fileprobleem. In dit rapport worden een aantal
van deze mogelijke maatregelen toegelicht. Het betreft hier zowel
maatregelen met betrekking op route-informatie (DRIPs en GRIPs),
infrastructuur (buffers, rijbaanscheiding, toeritdosering,
doelgroepstroken, dynamische wegmarkering en wisselstroken), beleid
(inhaalverboden voor vrachtverkeer, rekeningrijden, incidentmanagement en
vertrektijdstipaanpassing) en op de overige eigenschappen (ritsen en
telewerken).
Veel van de infrastructurele maatregelen hebben een zeer lange
implementatietijd, zodat de gevolgen pas over vele jaren bekend zullen
zijn. Daarom moeten op de korte termijn maatregelen worden genomen.
Hierbij wordt vooral gedacht aan maatregelen in de vorm van dynamisch
verkeersmanagement. Deze maatregelen zijn bedoeld om de benutting van de
huidige capaciteit te vergroten. Hiervoor zijn een aantal maatregelen
voorhanden, zoals het monitoren van de open afritten, snelheidsregulering,
dynamische route informatie en dynamische baantoewijzing voor specifieke
gebruikersgroepen. Ook kan bij dynamisch verkeersmanagement worden gedacht
aan het heffen van flexibele tarieven voor bepaalde wegdelen op de drukke
momenten. Op deze wijze kan de vervoersvraag beter gespreid worden over de
dag en kunnen de pieken in de vraag verminderd worden.
Verder kan ook de invoering van slimme voertuigen een aanzienlijke bijdrage
leveren aan de verhoging van de capaciteit van de autosnelwegen zonder
infrastructurele aanpassingen of overige kosten voor de wegbeheerder. Een
recent voorbeeld van zo'n systeem is het Intelligent Cruise Control
systeem. Een systeem waarbij door middel van geavanceerde, op sensor en
computergebaseerde systemen de bestuurder actief geassisteerd wordt in
het uitvoeren van zijn rijtaak.
Ook de toepassing van nieuwe technieken zoals RDS/TMC (Radio Data System
Traffic Message Channel) en GPS-systemen (Global Positioning Systemen) kan
bijdragen aan de doorstroming van het verkeer op de snelwegen. Het
RDS/TMC-systeem is een systeem voor het distribueren van actuele
verkeersinformatie via de autoradio. Met behulp van GPS is het mogelijk om
de precieze locatie van een voertuig te bepalen. Hiermee kan bijvoorbeeld
routebepaling en navigatie worden uitgevoerd door automatische
datasystemen.
De theoretische modellen die de stroming van voertuigen op wegen
beschrijven worden onderverdeeld in drie categorieën macroscopische,
mesoscopische en microscopische modellen. Hierbij verklaart de term reeds
gedeeltelijk op welk niveau de modellen betrekking hebben. Het
macroscopische model gaat uit van een hoog abstractieniveau, waarbij
verondersteld wordt dat het gezamenlijke gedrag van weggebruikers afhangt
van de verkeersomstandigheden in hun directe omgeving. Mesoscopische
modellen beschrijven het gedrag van kleine groepen voertuigen, terwijl
microscopische modellen het gedrag beschrijven van individuele bestuurders
ten opzichte van de andere voertuigen in de verkeersstroom.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2000.03.07;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.