Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



J.J. Havers Mogelijkheden en theorieen omtrend palletizers.
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 2000.TT.5431, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


Na productie worden goederen verpakt zodat deze beter gehanteerd en getransporteerd kunnen worden. De verpakkingen zijn zeer divers en hebben uiteenlopende eigenschappen. Voor transport worden de goederen op pallets geplaatst, hierbij wordt er in verband gestapeld. Dit betekend dat meerdere goederen 90 graden geroteerd moeten worden alvorens zij een plaatsje op het pallet krijgen. Met doel van dit rapport is dat het gebruikt wordt bij het ontwikkelen van machines die de goederen roteren ten behoeve van palletizers. In het rapport wordt gekeken naar de te palletiseren goederen en de te gebruiken verpakkingsmaterialen. De afwijkingen na het roteren worden opgesomd evenals de sensoren die deze afwijkingen kunnen waarnemen. Tijdens het roteren kan er geschoven en gerold worden. Als er plotseling een kracht op het goed wordt uitgeoefend dan is er kans op kantelen. Deze principes worden alien besproken. Er worden methodes aangebracht om een ontwerp te maken. Deze methodes kunnen ook gebruikt worden om een ontwerp te optimaliseren. Uiteindelijk worden er twee voorbeelden behandeld.

De goederen die besproken gaan worden hebben maximaal een afmeting van 600x400x400 mm en een gewicht van 15 kg. De bodems van deze goederen zijn vlak en zij zijn alle stapelbaar. Er zal geen schade aan de goederen optreden als de versnellingen tijdens het gehele palletiseerproces lager zijn dan de versnellingen tijdens transport. De materialen voor verpakken hebben elk andere eigenschappen en beschermen de goederen dus ieder op een andere manier.

De stapelpatronen zijn ook verschillend zo kan er in kolom of in verband gestapeld worden. De voorkeur gaat uit naar in verband stapelen omdat de gehele palletlading dan stabieler wordt. Hierdoor ontstaat echter de noodzaak de goederen te roteren. Voordat de goederen de invoer van de palletizer in gaan moet worden nagegaan of de afwijking t.o.v. de gewenste positie en orientatie aanvaardbaar is. Hiervoor kunnen verschillende sensoren gebruikt worden.

Om te controleren of de goederen geen schade oplopen zijn er enkele theorieën. De eerste bekijkt de stijfheid en sterkte van de goederen. Het blijkt dat kleinere goederen beter tegen hoge krachten en versnellingen kunnen dan grotere goederen. De tweede en derde theorie bespreekt het schuiven en het rollen. Over het algemeen bestaat er een voorkeur voor rollen boven schuiven omdat dit minder slijtage veroorzaakt. De vierde theorie bespreekt het kantelen van goederen. Voornamelijk slanke, relatief hoge goederen hebben kans om te kantelen. Deze moeten dan ook gecontroleerd worden met zowel een statische als een dynamische berekening.

Bij het ontwerpen komen naast de bovenstaande theorieën om beschadigingen te voorkomen, ook methoden aan de orde die de baan van het goed beschrijven. Hiervoor is al wel een idee van de fysieke uitvoering, capaciteiten en cyclustijden nodig. Uiteindelijk wordt een conceptontwerp verkregen wat aan de vooraf gestelde eisen voldoet. Met deze methoden is het ontwerp te optimaliseren. Het geeft uitsluitsel of er verder te optimaliseren is of dat er een nieuw ontwerp gemaakt moet worden.

Er wordt geconcludeerd dat: