| Type motor | vmax [mi/s] | F| Efficiency
| Asynchroon
| 36
| 15 - 5000
| 0,18
| Synchroon
| 36
| 90 - 7000
| 0,77
| Het regelen van een lineaire motor zowel scalair als vector geërienteerd geschieden. Scalaire regelmethoden zijn gebaseerd op het veranderen van alleen de amplitudes van de te regelen variabelen. Bij vector georiënteerde regelmethoden worden zowel de amplitude als de fases van de ruimtevectoren van de variabelen geregeld. Voor de regeling van lineaire motoren zijn verschillende regelaars beschikbaar. Standaard regelaars hebben een vaste structuur en constante parameters. Door toepassing van een zelf-instelbare regelaar, worden de regelparameters getuned zodat ze zich aanpassen aan de verandering van de aandrijfparameters. De mogelijkheden hierbij zijn een model reference adaptieve regelaar en de sliding mode regelaar. Daarnaast zijn er nog neurale en fuzzy regelaars die gebaseerd zijn op kunstmatige intelligentie. Voor het verkrijgen van een goede onderlinge afstemming tussen de motoren is meetapparatuur nodig voor het geven van de juiste informatie aan de regelaar. De snelheid en de kracht zullen gemeten moeten worden. De kracht kan bepaald worden door het meten van de stroomsterkte in de motor. Het bepalen van de snelheid kan op een aantal manieren gebeuren. Lineair absolute encoders zijn te complex voor de toepassing in een AWS. De lineaire incrementele encoder kenmerkt zich door eenvoudigheid en hoge betrouwbaarheid. De schaalverdeling die voor dit type encoder noodzakelijk is, dient wel goed bevestigd te worden op de band. Magnetische encoders zijn zeer robuust. Een afweging tussen de lineaire incrementele encoder en de magnetische encoder dient te gebeuren op basis van toepasbaarheid. Onderzocht moet worden of een lineaire motor wel geschikt is voor de aandrijving van een bandtransportsysteem. Door toepassing van lineaire motoren kan gemakkelijk worden overgaan op decentraal aandrijven. Het grote voordeel van decentraal aandrijven is dat de lengte van de band kan toenemen zonder dat er extra aanpassingen, voor wat betreft de stijfheid en sterkte, aan de band nodig zijn. Een AWS bestaat uit drie deelsysteem namelijk een versnellend deel, een deel met constante snelheid en een vertragend deel. Het deel met constante snelheid dient aangedreven te worden met behulp van lineaire motoren, de overige delen kunnen met kop-staart trommels aangedreven worden. Er zijn verschillende manieren waarop het mogelijk is een transportband aan te drijven met lineaire motoren. Een daarvan is het 'inbakken' van bijvoorbeeld een aluminium strip in de band. Hierdoor wordt de trommel diameter echter onacceptabel groot. Het is ook mogelijk het staal in de band te gebruiken als onderdeel van de aandrijving. Indien dit staal gebruikt wordt als onderdeel van de aandrijving, moet rekening gehouden worden met prestatieverlies van de motor. Dit omdat de grootte van de luchtspleet varieert onder invloed van de belasting op de band en deze afstand moeilijk te fixeren is. In eerste instantie kan gezegd worden dat de kracht omgekeerd evenredig is met de effectieve luchtspleet. Dit leidt tot een verlies van ongeveer 75% ten opzichte van het nominaal geleverde vermogen. Met behulp van glijplaten kan dit verlies worden beperkt. Voor het maken van een globaal kostenvergelijk moet uitgerekend worden wat het benodigde vermogen en de daarbij behorende kracht is om het systeem aan te drijven. Met deze gegevens kan een schatting gemaakt worden van het aantal lineaire motoren dat nodig is en wat hiervan de kosten zijn inclusief de daarbij behorende regelaars. Deze kosten dienen vergeleken te worden met de kosten van een geschikte roterende motor met bijbehorende reductiekast. Wil men een nauwkeuriger kostenplaaije verkrijgen, dan zullen ook kosten voor onderhoud, afschrijving, aanpassing van de band, etc. meegenomen moeten worden. Voorzichtig kan echter geconcludeerd worden dat het financieel gezien niet aantrekkelijk is een rolpad met lineaire motoren aan te drijven is. De kosten voor zowel de aanschaf als het energieverbruik zijn beduidend hoger dan wanneer een roterende motor wordt toepast. Indien uit tests echter blijkt dat de aannames m.b.t. de grootte van de luchtspleet en het energieverbruik te conservatief zijn, kan het financieel aantrekkelijk worden een rolpad met lineaire motoren aan te drijven.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek Gewijzigd: 2005.10.27; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT. |