H.J. van Rijswijck
Compacte containerterminals voor de Slimme Betuwelijn
Ontwerpopdracht,
Rapport 2001.LT.5544, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.
Vanaf 2005 zal de Betuweroute goederentreinen een eigen spoorlijn met twee 
sporen bieden: een verbinding van 160 kilometer lang tussen de Rotterdamse 
haven en de Duitse grens, zonder oponthoud. De 'Slimme Betuwelijn' [J.J.M. Evers
De slimmerail-weg-hybride Betuwelijn in relatie tot het wegvervoer
TUDelft, Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek (2001)]
is een concept waarbij een dergelijke infrastructurele verbinding op een
alternatieve wijze wordt ingericht. In plaats van een spoorlijn kan 
gedacht worden aan een verharde baan, waarvan diverse typen voertuigen (al 
dan niet geautomatiseerd) gebruik kunnen maken.
De conventionele Betuweroute biedt een directe verbinding van Rotterdam 
naar de Duitse grens en slaat Nederland als het ware over. De Slimme 
Betuweroute, waarbij aan de lijn diverse compacte terminals gesitueerd 
zijn, biedt op nationaal en regionaal niveau kansen voor ontsluitende 
corridors, die de bedrijvigheid spreiden en die een alternatief bieden 
voor het wegvervoer. Bovendien wordt door de Slimme Betuwelijn te 
verbinden met het container-transport op de Maasvlakte, logistiek gezien, 
de Maasvlakte verlengt tot aan de Duitse grens.
Een groot deel van de groei op de zeeterminals is op te vangen door snelle 
afvoer van goederen naar terminals aan de randen van steden of in het 
achterland. Rotterdam kan bijvoorbeeld kostbare ruimte besparen, door een 
veel groter deel van de aangevoerde goederen direct af te voeren naar 
terminals in Arnhem, Nijmegen, Venlo of Duisburg.
In deze ontwerpopdracht worden compacte containerterminals voor de 'Slimme 
Betuweroute' ontworpen en vergeleken. Op deze terminals worden containers 
tussen trucks, stacks en automatische voertuigen overgeslagen.
In het verslag wordt eerst een programma van eisen opgesteld. Dan worden 
enkele terminalelementen in een morfologisch schema uiteengezet. Met deze 
elementen worden vervolgens enkele geschikte lay-outs gegenereerd. 
Vervolgens wordt het terminalproces gemodelleerd om de beste concepten te 
kunnen vergelijken. 
Van de vergeleken concepten blijkt een lay-out waarin de overslagplatforms 
parallel aan de stacklanen gesitueerd zijn, het beste gehoor te geven aan 
de gestelde eisen.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2001.11.08;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.