C. Vreeken
Identificatie van pallets. Verkenning van mogelijkheden en analyse van
beschikbare methoden.
Literatuuropdracht/scriptie,
Rapport 2003.TT.6714, Transporttechnologie.
In deze scriptie is geprobeerd een antwoord te zoeken op de vraag hoe
pallets automatisch geïdentificeerd zouden kunnen worden. Pallets en
soortgelijke laadeenheden hebben geen voorziening voor het fysiek
aanbrengen van identificatiecodes of andere informatie. Dit is echter wel
gewenst, met name bij transport en opslag.
Daarom is het van belang eerst te bekijken welke gegevens in de praktijk
gewenst worden om bij pallets op te slaan en moet er globaal bekend zijn
welke regeltaken welke informatie nodig hebben. Vervolgens is de vraag
welke gegevens hiervan bij de pallet aanwezig dienen te blijven tijdens
transport en opslag. De keuze van de fysieke datadrager die het beste
aansluit bij de benodigde toepassing kan dan gemaakt worden,
gespecificeerd naar labelformaat, datadichtheid, industrie en product.
Omdat niet elke plaats op de pallet geschikt is om de datadrager te
bevestigen, dient een derde vraag beantwoord te worden. Die vraagt valt uiteen
in drieën:
- Hoe en waar moet het label bevestigd worden?
- Hoe en waar moet het label van informatie worden voorzien?
- Hoe en waar moet het label uitgelezen worden?
Bij het plaatsen van het label dient rekening gehouden te worden met
eventuele beschadigingen en de manier waarop de data geprogrammeerd en
uitgelezen moeten worden.
Vervolgens kan bepaald worden welk uitleesapparaat het beste aansluit bij
de gekozen toepassing.
Tenslotte moet het onderliggende netwerk van informatieoverdracht en
-opslag gerealiseerd worden. Bijpassend is een database vereist om de data
van de gescande labels te combineren met de overeenkomstige gegevens uit
de database om tot identificatie van de pallet te komen.
De thans beschikbare technieken maken gebruik van barcode, magneetstrip-,
chipkaart of radiofrequentie. Aangezien direct contact bij identificatie
van verschillende soorten pallets geen haalbare optie is vallen de
zogeheten contactkaarten, namelijk magneetstrip- en chipkaart, af.
Barcodes hebben de langste tijd gehad, gezien de beperkte informatiecapaciteit.
Daarnaast vormt de manier van uitlezen en gegevensuitwisseling een beperking
als het gaat om de enorm toegenomen goederenstromen.
Aan de hand van een aantal duidelijk gedefinieerde criteria is de keuze
positiefuitgevallen voor Radiofrequentie Identificatie (RFID) om pallets
automatisch te identificeren. RFID-transponders kunnen informatie dynamisch
en in grote hoeveelheden opslaan: niet alleen lezen, maar ook data
veranderen of aanvullen. RFID is zeer nauwkeurig en veilig: een laag
foutpercentage en de (bijna) onmogelijkheid van onbevoegd wijzigen.
RFID-transponders kunnen herhaaldelijk gebruikt worden, omdat ze
herschrijfbaar zijn.
Een of meerdere transponders kunnen gelijktijdig gelezen en geschreven
worden door allerlei niet-metalen heen, zoals hout, stoom, plastic, verf en
water. Daarnaast werkt RFID onder omstandigheden met extreme temperaturen
en luchtvochtigheid. De combinatie scanner en transponder vereist geen
direct contact of zichtlijn om te kunnen werken. Dit maakt het mogelijk om
de transponder in de pallet te plaatsten. Dankzij de herschrijfbaarheid
kan de transponder talloze malen rouleren.
Belangrijke voorwaarde is wel dat het RFID-systeem in de gehele keten
toegepast wordt, wil deze effectief zijn. Is dit slechts gedeeltelijk het
geval, dan zullen overgangen van de ene naar de andere methode voor
problemen gaan zorgen en ontstaan knelpunten in het systeem. Een en ander
betekent wel een grote investering in nieuw materiaal wat betreft
scanners, transponders en onderliggend datanetwerk. Er kan niet ineens
overgeschakeld worden op RFID, maar de keuze kan weloverwogen gemaakt
worden als alle aspecten meegenomen worden. Een identificatiesysteem moet
het liefst zonder veel moeite in de bestaande structuren van een
onderneming geïmplementeerd kunnen worden.
Aanbevelingen voor nader onderzoek kunnen dan ook gevonden worden in twee
hoeken, die sterk samenhangen met de structuur binnen de onderneming.
- In de eerste plaats spelen een aantal vragen rond de exacte implementatie
en daarmee samenhangende specificaties een rol.
- Punt twee is dat het totaalplaatje sterk beïnvloed wordt door de
financieel-economische aspecten. Voorop moet dus een realistisch
economisch doel staan dat men wil bereiken in plaats van te beginnen met
het rechtvaardigen van het kostenplaatje.
Rapporten studenten Transporttechniek
Gewijzigd: 2003.02.15;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.