M.A.A. van Kester
Het ontwerp van een trekkend voertuig voor de stadsdistributiemultitrailer.
Doctoraalopdracht,
Rapport 2003.TL.6747, Transporttechnologie, Transporttechniek.
Een aantal jaren geleden is in opdracht van Albert Heijn een nieuwe RoRo
trailer ontworpen. Deze trailer is geschikt voor stadsdistributie door de
versnelde mogelijkheid van het laden en lossen van rolcontainers volgens
het zogeheten roll-on roll-off principe, waarbij geen gebruik wordt
gemaakt van overslagmiddelen.
Veel binnensteden zijn voor deze RoRo trailer echter niet meer toegankelijk
door de restricties die lokale overheden opleggen. Doel van deze restricties
is het bevorderen van leefbaarheid. Als gevolg van deze beperkende maatregelen
ontstaat er een groeiende problematiek ten aanzien van de stedelijke
distributie. Daarom bestaat er de noodzaak voor een nieuw logistiek concept
voor de bevoorrading van de filialen in de binnensteden.
Hierbij wordt gedacht een de toepassing van een nieuwe laadeenheid, de
citybox genaamd. Bovendien kan een bijbehorend stadsdistributievoertuig
(SDV) een bijdrage leveren aan de verbetering van de bereikbaarheid van de
Albert Heijn filialen en de leefbaarheid in de stedelijke omgeving.
De citybox (2,55 x 2,15 x 2,28 meter) is een nieuwe uniforme laadeenheid,
waarin negen rolcontainers gebundeld kunnen worden. De beladen citybox
heeft een bruto massa van 3,5 ton.
Het nieuwe logistieke concept is als volgt te beschrijven:
Een trekker-oplegger combinatie rijdt met een lading cityboxen vanaf een
Composite Distributie Centrum naar de rand van het stadscentrum. Hier
worden drie cityboxen overgeslagen op het SDV, dat vervolgens naar het
AH-filiaal rijdt. De boxen worden daar volgens het RoRo principe geleegd,
waarna het SDV met de lege boxen terug rijdt naar het overslagpunt aan de
rand van het stadscentrum.
Doelstelling van dit onderzoek is een studie uit te voeren naar een nieuw
stadsdistributievoertuig. De variant die onderzocht zal worden is een
multitrailersysteem (MTS). Een MTS bestaat uit een trekkend voertuig met
een aantal aanhangers. In beginsel zullen drie cityboxen met behulp van
een MTS van een overslagpunt aan de rand van de stad naar het filiaal
worden vervoerd. In dit rapport zal het trekkende voertuig onderzocht
worden.
Hiertoe is programma van eisen opgesteld. Vervolgens is een onderzoek
gedaan naar de verschillende overslagmethoden, waaruit is geconcludeerd
dat de overslag op het overslagpunt het beste kan geschieden met een op
het trekkende voertuig aanwezige hefinrichting en de overslag bij het
filiaal volgens het RoRo principe plaats vindt. Het beste voertuigconcept
is vervolgens bepaald. Dit wordt een trekker-heffer. Van deze
trekker-heffer is de technische haalbaarheid onderzocht. Uit dit onderzoek
is het volgende naar voren gekomen:
- Massa:
- De onbelaste massa wordt geschat op 8500 kg
- De grootte van de contramassa kan pas worden bepaald indien de
wielbasis bekend is.
- Afmetingen:
- De lengte wordt geschat op 3,5 tot 4 meter.
- De breedte van voertuig is 2,15 meter tot 2,30 meter, afhankelijk
van het type voor- en achteras dat wordt gebruikt.
- De hoogte van het voertuig is 2,8 meter.
- Aandrijving:
- De motor is een PACCAR/DAF BE 123C met een vermogen van 123 kW.
- De wisselbak is van het type ZF 5 S-42.
- Chassis:
- De achteras is van het type ZF AV132.
- De vooras is van het type ZF RL85A.
- De chassisbalken zijn van een DAF 55.
- Er worden radiaalbanden 275/70 R22,5 onder het voertuig gemonteerd.
- Cabine
- De cabine wordt met draaibare bediening uitgevoerd.
- De cabine moet voldoen aan de eisen zoals gesteld in NEN 5518 en
ISO 6055.
Op het voertuig komt een hefinrichting met opklapbare vorken. Deze
hefinrichting bestaat uit twee delen:
- Een standaard hefmast type ELECAR 60 SV
- Een opklapconstructie waarmee het mogelijk is de hefvorken 180° op te
klappen, zodat de vorken op de cabine kunnen rusten.
De opklapconstructie is dusdanig opgebouwd dat deze geheel tussen de zijbalken
is verwerkt. De opklapconstructie kan op elke hefmast met een hefmogelijkheid
groter dan 5 ton geplaatst worden en is dus min of meer universeel toepasbaar.
De trekker en de trailers zullen gekoppeld moeten worden. De koppeling welke
op de trekker geplaatst wordt, betreft een geveerde vangmuilkoppeling type
Rockinger RO 430. Deze koppeling wordt onder het chassis van de trekker-heffer
gemonteerd.
Voor het koppelen van de trekker en de trailers zijn twee trekstangen ontworpen.
Eén trekstang voor de koppeling tussen de trekker en de trailer en een
trekstang voor de koppeling tussen de trailers onderling. De trekstang tussen
de trailers onderling is geveerd uitgevoerd voor extra comfort tijdens het
rijden. De trekstang tussen de trekker en de trailer is niet geveerd uitgevoerd.
Deze functie wordt overgenomen door de vangmuilkoppeling.
Het MTS dat in dit rapport beschreven is voldoet niet aan de richtlijnen het
PSD, omdat de massa groter is dan de gestelde 7,5 ton en de lengte ook boven
7,5 meter uitkomt.
Uit de nabeschouwing in dit rapport wordt duidelijk dat de richtlijnen van
het PSD opnieuw onderzocht moeten worden, omdat blijkt dat met de voorgestelde
nieuwe concepten, de eisen gesteld door het PSD niet haalbaar zijn. Wordt aan
de huidige richtlijnen vastgehouden, dan is een efficiënte bevoorrading
van een aantal winkels niet mogelijk. De nieuwe richtlijnen zullen moeten
worden getoetst aan realistische uitgangspunten en randvoorwaarden die kunnen
worden verkregen door nadere bestudering van de nieuwe concepten. Met een nieuw
stelsel van samenhangende richtlijnen kan een programma van eisen voor een
nieuw SDV worden opgesteld. Met een eventueel nieuw concept voor een SDV kan
wellicht wel aan de (nieuwe) richtlijnen wat betreft geluid, emissie-uitstoot
en verkeershinder worden voldaan, maar kan ook de distributie worden verbeterd.
Rapporten studenten Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2003.04.10;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.