Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



A.J. de Grauw Model voor het opzetten van een Regionaal Overslag Centrum
Doctoraalopdracht, Rapport 2003.TL.6774, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


Uit cijfers blijkt dat het goederenvervoer over de weg de komende jaren fors zal toenemen. Om de schadelijke gevolgen te beperken streeft de overheid naar het bewerkstelligen van een modal shift: het verleggen van een deel van dit wegvervoer naar andere modaliteiten, zoals het water. Eén van de maatregelen betreft het verder uitbouwen van een netwerk van Regionale Overslag Centra (ROC's) multimodale terminals voor bulk en stukgoed. In de praktijk blijken ROC's echter maar moeilijk van de grond te komen. Bij het opzetten van een ROC dient rekening te worden gehouden met zeer veel factoren, waarvan tot nu toe niet goed bekend is welke dit precies zijn.

Doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een algemeen toepasbaar model voor het opzetten van een ROC en het toetsen van dit model aan de hand van een praktijkcase, te weten het opzetten van een ROC op een nieuwe locatie te Roermond.

Om de doelstelling te bereiken is door middel van literatuuronderzoek en expertinterviews vastgesteld welke rol een ROC kan spelen voor verschillende partijen en welke factoren kritisch zijn voor het succesvol opzetten ervan. Het aldus ontstane algemene kader is vervolgens toegepast op de situatie te Roermond. Het onderzoek voor ROC Roermond heeft vervolgens geleid tot nieuwe inzichten, welke zijn gebruikt om het algemene model verder aan te scherpen. Door deze wisselwerking kende het onderzoeksproces een iteratief karakter. Het resultaat van dit proces wordt beschreven in dit rapport.


Het Regionaal Overslag Centrum

Onder een ROC wordt in dit rapport verstaan een regionale terminal waar voor derden overslag plaatsvindt van bulk- en stukgoed en eventueel containers tussen de modaliteiten weg en water. Binnen de vervoersketen vormt het ROC de schakel tussen een locatie met vaarwegaansluiting buiten de regio en een 'droge' locatie binnen de regio. Op het ROC kan bundeling van lading plaatsvinden; onderscheid kan worden gemaakt naar een distributie- en een consolidatiefunctie. Het ROC dient te streven naar de regie over de transportstroom zodat een multimodale totaaloplossing van deur-tot-deur kan worden aangeboden (zogenaamde 'één-loket'-functie). Naast het verzorgen van transport over weg en water kunnen binnen het knooppunt (overslagcentrum) vijf fysieke functies worden onderscheiden: overslag naar weg, overslag naar water, opslag, interne handling en Value Added Logistics (VAL), zoals wegen, opzakken, mengen e.d. Daarnaast kan het knooppunt een aantal niet-fysieke functies vervullen als knooppunt van informatiestromen, zoals voorraadbeheer, planning, douaneafhandeling e.d.

De goederenstromen die voor behandeling op een ROC in aanmerking komen zijn droge bulk (met name stortgoed, zoals graan, zand e.d.), stukgoed (balen, rollen, pallets e.d.) en maritieme containers (ISO 20-voets en 40-voets). Voor de handling van bulk kan o.a. gebruik worden gemaakt van een elektrische (draad-)kraan, een hydraulische kraan, een mobiele laadschop en een mobiele bandtransporteur. Opslag van bulk kan plaatsvinden in silo's, trechters, bunkers of een loods. Stukgoed kan vaak gehandeld worden met dezelfde kranen, mits uitgerust met het juiste gereedschap, zoals een palletvork. Opslag vindt meestal plaats in een loods. Voor de handling van containers kan o.a. gebruik worden gemaakt van een portaalkraan of van zogenaamde bargehandlers.

De ruimtelijke indeling van een ROC bestaat globaal uit een kadegedeelte voor overslag aan waterzijde, een terrein voor opslag tussen weg- en waterzijde en een ruimte voor algemene faciliteiten aan de wegzijde. Met betrekking tot de organisatie geldt dat het ROC zowel een commerciële als een openbare functie dient te vervullen (als marktpartij en als overslagcentrum open voor iedere klant).


Algemeen model voor het opzetten van een ROC

Onder 'het opzetten van een ROC' wordt verstaan: het gehele traject van het opvatten van een plan om op een locatie een ROC te vestigen tot het totstandkomen van een realiseerbaar ontwerp voor de terminal op de beoogde locatie. Om tot een algemeen toepasbaar model te komen is gesproken met experts en gezocht in de literatuur naar geschikte modellen. Daarbij is onder andere gekeken naar: Aan de hand van elementen uit deze modellen is tenslotte een algemeen model voor het opzetten van een ROC geformuleerd; zie Figuur 1.

In het model wordt onderscheid gemaakt naar drie groepen van belanghebbenden (stakeholders): het ROC-bedrijf zelf, de markt en de maatschappij. Voorts wordt onderscheid gemaakt naar twee fasen in het proces, elk bestaande uit twee stappen: de vooronderzoeksfase en de ontwerpfase.

Vooronderzoeksfase

De eerste stap in de vooronderzoeksfase bestaat uit het definiëren van het probleem en het vaststellen van de doelstellingen en toetsingscriteria voor de stakeholders van het ROC. Het 'probleem' bestaat uit het komen tot een ontwerp voor een ROC op een bepaalde locatie dat het best voldoet aan de wensen en eisen van de verschillende belanghebbende partijen. De doelstellingen en toetsingscriteria verschillen per stakeholder: De tweede stap betreft het bepalen van randvoorwaarden voor het ontwerp. Deze volgen uit: Ontwerpfase

Op basis van de eisen en randvoorwaarden zoals die voortvloeien uit de vooronderzoeksfase wordt in de ontwerpfase overgegaan tot het concreet ontwerpen van de inrichting van het ROC. Dit ontwerpproces is een iteratief proces waarbij globaal zes stappen kunnen worden onderscheiden:
  1. Definiëren van het terminalconcept, dat wil zeggen de aan te bieden diensten, te behandelen goederenstromen en de manier van op- en overslag. Hiervoor worden in het verslag verschillende bouwstenen aangedragen.
  2. Bepalen van de noodzakelijke overslagcapaciteit.
  3. Bepalen van de opslagbehoefte
  4. Bepalen van de lay-out en routing (ruimtelijke inpassing)
  5. Keuze van de juiste middelen (equipment en personeel)
  6. Bepalen van de totale investerings- en exploitatiekosten alsmede de kosten per handling
Met behulp van deze methodiek is voor de verschillende ladingstromen waarmee een ROC te maken kan krijgen een vijftal 'bouwstenen' voor op- en overslag op ROC's ontwikkeld naar analogie van bestaande terminals 'bouwstenen' welke in stap 1 van het ontwerpproces gehanteerd kunnen worden.

De bouwstenen voor bulk- en stukgoed zijn: Voor containerhandling op ROC's zijn de volgende bouwstenen ontwikkeld: De laatste stap van de ontwerpfase betreft tenslotte de evaluatie van de verschillende terminalvarianten op basis van de vastgestelde toetsingscriteria per stakeholder.


Praktijkcase Roermond

Voor ROC Roermond zijn de randvoorwaarden voor het ontwerp bepaald aan de hand van eerder genoemde methoden (vooronderzoeksfase). Met behulp van het kostenmodel is eveneens de bedieningsregio nader bepaald, zowel voor bulk- en stukgoed als voor containers; zie Figuur 3.

Op basis van vastgestelde potenties is voor ROC Roermond een tweetal ontwerpvarianten uitgewerkt: Op basis van de toetsingscriteria zoals die gelden voor de verschillende stakeholders van ROC Roermond verdient variant 1 uiteindelijk de voorkeur boven variant 2.


Conclusies
Aanbevelingen


Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2005.11.10; logistics@wbmt.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.