J. van Klinken
Aandrijving met soft-start in transportwerktuigen. Toepassing van de
electronische soft-start in de transporttechniek.
Literatuuropdracht/scriptie,
Rapport 2003.TL.6781, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
In dit onderzoek is als eerste ingegaan op de verschillende
factoren die aanleiding geven tot een soft-start. Binnen een afgebakende
groep van transportwerktuigen is gekeken naar welke problemen er optreden
bij het direct aanlopen van deze werktuigen. Hieruit bleek dat er een
drietal problemen kunnen optreden:
- wielslip
- oververhitting van de aandrijfmotor
- slecht dynamisch gedrag van het werktuig
De oplossing voor het geval van wielslip is het verkleinen van de
versnelling. In het geval van oververhitting is de oplossing het in
trappen vergroten van de snelheid. Als het dynamische gedrag een rol
speelt wordt het complexer. De belangrijkste parameters zijn de stijfheid
van het systeem, de aanlooptijd en vorm van het versnellingsdiagram.
Aan de hand van verschillende elektrische omzetters is vervolgens
geïnventariseerd welke aandrijvingen geschikt zijn voor een
soft-start en welke regelstrategieën het meest worden gebruikt. De
belangrijkste regelstrategieën zijn frequentieregeling en vectorgestuurd
regelen. Er zijn verschillende combinaties van aandrijvingen die
binnen de transporttechniek gebruikt worden. Een aandrijving die veel
gebruikt wordt en goede dynamische eigenschappen heeft, is een
kooiankermachine in combinatie met een spanningsbronomzetter.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2003.11.26;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.