M.R. Martens
A modelling approach towards more responsive supply chain designs
Doctoraalopdracht,
Rapport 2005.TL.6944, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
Steeds meer fabrikanten en detailhandels voelen het effect van de verhoogde
vraagonzekerheid van de consument, zowel in de winkel als op het internet.
Om voor te blijven op de concurrentie worden snel nieuwe producten
geïntroduceerd, en aanpasbaarheid aan het product en de
beschikbaarheid ervan gemaximaliseerd.
Om dit te bereiken, verandert de logistieke keten van een keten waarbij
het belangrijkste doel was om kosten te minimaliseren (de efficiënte
logistieke keten, waaronder just-in-time ketens) in een responsieve
logistieke keten waar stocks-outs en doorlooptijden worden verminderd.
Responsiviteit is hier gedefinieerd als:
Responsiviteit is de mate waarmee een logistieke keten kan omspringen met
constante en onzekere vraag door klantorders te voldoen met de hoogste
servicegraad en kortste orderdoorlooptijden.
De eigenschappen van de markt die om responsiviteit vragen zijn:
- hoge vraagonzekerheid
- hoge kosten van neenverkoop
Responsiviteit kan verhoogd worden door:
- hogere servicegraad
- kortere orderdoorlooptijden
De algemene tactieken om responsiviteit in een logistieke keten te verhogen,
verhogen doorgaans ook de kosten per eenheid product. Daarom onderscheiden niet
alle bedrijven zich zo: verscheidene bedrijven blijven bij het onderscheiden
door middel van de prijs. Echter, voorbeelden van Zara, Spadel en Albert Heijn
bewijzen dat responsiviteit lonend is op de lange termijn.
Het type product en de huidige staat van de markt zijn in hoge mate
bepalend of responsiviteit vereist is. De producten waar responsiviteit
aan gerelateerd is zijn fysieke producten die te koop zijn in winkels of
op het internet, en zijn voornamelijk:
- fast moving consumer goods, die op elk moment in de schappen
aanwezig moeten zijn
- producten die na bestelling binnen een dag of twee geleverd moeten
worden, bijvoorbeeld apparaten voor in huis
- producten die een aanpassing of configuratie vereisen voordat ze aan
de klant geleverd worden, zoals computers of auto's
Tactieken binnen de supply chain management om responsiviteit te verhogen
De vier gebieden binnen supply chain management die acties bevatten om
responsiviteit te verhogen zijn fysieke distributie, materials management
(inclusief aanvoerlogistiek), informatietechnologie, en de coördinatie
tussen partijen binnen de logistieke keten. Het aanpassen van de fysieke
distributie wordt opgevat als het eerste en eenvoudigste niveau waarop
responsiviteit verhoogd kan worden, de andere gebieden vallen binnen het
tweede niveau. Het derde niveau is innovatie.
Fysieke distributie
Op strategisch niveau (lange termijn), kan responsiviteit verhoogd worden
door het fysieke distributienetwerk opnieuw te ontwerpen. Het
distributienetwerk in deze context is de fysieke indeling dat de locaties
van fabrieken, distributiecentra, etc. bepaalt. Doorgaans wordt
responsiviteit verhoogd door gebruik te maken van snellere
transportmodaliteiten, strategische buffers aan distributie/consolidatie
centra toe te wijzen, de voorzieningen dichter bij de klant te plaatsen
en/of frequenter te leveren.
Op tactisch niveau (middellange termijn) levert samenwerking met andere
logistieke dienstverleners schaalvoordelen op: met lagere kosten per
deelnemer kunnen meer distributiecentra (DC's) geplaatst worden, en kunnen
frequentere leveringen naar de DC's plaatsvinden. Op operationeel niveau
(korte termijn) voorkomen spoedleveringen tussen opslagplaatsen,
cross-docks, detailhandels en/of klanten stock-outs. Spoedleveringen
kunnen ook geplande levertijden vervroegen om aan de specifieke wens van
een bepaalde klant te voldoen. Spoedleveringen kunnen dus de doorlooptijd
verkorten en de servicegraad verhogen, oftewel responsiviteit verhogen.
Materials management
Hoe hoger de vraagonzekerheid is, hoe flexibeler de fabrikant moet zijn.
Deze moet omgaan met de hoge verscheidenheid aan producten die door de
klant gevraagd wordt, en met pieken en dalen in de hoeveelheid van de
vraag. Flexibiliteit van de producten wordt agility genoemd: met kleine
batches en uitstel van aanpassing/configuratie van het product (oftewel
het klant order ontkoppelpunt punt stroomafwaarts in het productieproces
plaatsen) kan snel op de marktvraag gereageerd worden.
Agility is niet altijd aan te raden of noodzakelijk om responsief te zijn.
Voor bedrijven die fast moving consumer goods verkopen, die op elk moment
in de schappen aanwezig moeten zijn, geldt dat zelfs flexibele productie
niet op tijd kan reageren. In dit geval kan, als de variëteit aan
producten laag is, veiligheidsvoorraad makkelijk opgebouwd worden tegen
relatief lage kosten. Is dit niet zo, dan is een snel distributienetwerk
noodzakelijk, zodat voorraad bij de leveranciers geplaatst kan worden om
zo kosten te besparen.
Informatietechnologie en coördinatie tussen partijen binnen de
logistieke keten
Op het gebied van de informatietechnologie kunnen automatische systemen de
coördinatie tussen verschillende delen van de logistieke keten
verbeteren, waardoor vaker aan de vraag van de klant kan worden voldaan.
Op het gebied van coördinatie tussen partijen in de logistieke keten
kan gesteld worden dat een dominante partij makkelijker snel en frequent
van leverancier kan wisselen om responsiviteit te verhogen.
Het fysieke distributienetwerk (her)ontwikkelen om responsiviteit te
verhogen
De indeling van het fysieke distributienetwerk is een compromis tussen
kosten en service. Service wordt voornamelijk bepaald door doorlooptijd,
productvariëteit, productbeschikbaarheid, klantervaring, en de
mogelijkheid om producten te retourneren. De kosten van het netwerk zijn
voornamelijk voorraadkosten, transportkosten, en kosten van voorzieningen
(DC's, fabrieken).
Door meer voorzieningen in het netwerk te plaatsen om de service te
verhogen zullen de totale logistieke kosten eerst dalen, doordat minder
omgereden hoeft te worden. Uiteindelijk zullen de totale logistieke kosten
weer stijgen doordat het nuttig gebruik daalt. De doelstelling is om het
netwerk te vinden waarbij de logistieke kosten minimaal zijn, terwijl de
gewenste service geleverd wordt. Als responsieve logistieke ketens worden
ontworpen, zullen kosten voor levertijden langer dan de gewenste
doorlooptijden toegevoegd moeten worden aan de kosten van het fysieke
distributienetwerk. Deze toevoeging verhoogt de logistieke kosten. Om het
minimum te vinden is een model noodzakelijk.
Modellen die de ontwerper helpen met de fysieke indeling van het
distributienetwerk zijn locatiekeuzemodellen. Een literatuuronderzoek van
mogelijke locatiekeuzemodellen wijst uit dat geen van de modellen exact
aan de eisen om een responsief fysiek distributienetwerk te ontwerpen
voldoet. Vijf kandidaatmodellen die aan veel, maar niet aan alle, eisen
voldoen worden gebruikt om een nieuw model af te leiden.
Responsief fysiek distributienetwerk model
De doelstellingsfunctie van een nieuw locatiekeuzemodel dat de totale
logistieke kosten minimaliseert, terwijl een servicegraad gehaald wordt,
dat zowel fabriek- als DC locaties optimaliseert, met stochastische vraag
en meerdere producten kan omspringen, is:
De belangrijkste beperkingen die opgelegd worden aan dit responsief
fysieke distributie model zijn dat de capaciteiten van voorzieningen niet
overschreden mogen worden, en dat aan de gemiddelde vraag van elke klant
voor elk product voldaan wordt. De uitkomst van het model bepaalt welke
mogelijke DC en fabriekslocaties geopend moeten worden, waar
veiligheidsvoorraad aan te houden, en wat de hoeveelheden van goederen
zijn die tussen de voorzieningen stromen.
Dit model bevat de logistieke grondvormen die het meest geschikt zijn voor
responsieve supply chains:
(1) Fabrikant vervoert producten direct naar de klant
(2) Fabrikant vervoert producten naar een DC, vervolgens naar de klant
(3) Fabrikant vervoert producten naar een DC, vervolgens naar een
ophaallocatie. Het ophalen gebeurt door de klant
Het gepresenteerde model wordt opgelost met Lagrange relaxatie. Er zijn
veel voorbeelden te vinden in de literatuur waarbij deze aanpak uitstekende
resultaten oplevert. In dit geval is door het relaxeren van de
capaciteitsbeperkingen een ongelimiteerd locatiekeuzemodel over te houden.
Als ook de beperking van de vraag wordt gerelaxeerd blijven vier subproblemen
over die onafhankelijk van elkaar opgelost kunnen worden: het DC probleem,
het fabrieksprobleem, het veiligheidsvoorraad probleem, en het stromenprobleem.
Deze problemen kunnen vrij eenvoudig met een algoritme opgelost worden.
Het heuristieke oplossingsalgoritme geeft een ondergrens (ongeldige
oplossing) en een bovengrens (geldige oplossing) van de optimale oplossing
van het locatiekeuzeprobleem. De ondergrens wordt berekend door het
probleem waarbij de vraagbeperking gerelaxeerd is op te lossen. De
bovengrens wordt verkregen door de ondergrensoplossing te repareren zodat
aan de capaciteitsbeperkingen voldaan wordt. Dit proces van ondergrens- en
bovengrensoplossingen verkrijgen wordt herhaald totdat ze dicht bij elkaar
liggen. Op dat moment kan gesteld worden dat de bovengrensoplossing zich
dichtbij de optimale oplossing bevindt.
Implementatie
De implementatie van het responsief fysiek distributie model en het
heuristieke algoritme om het model op te lossen is geprogrammeerd in de
objectgeoriënteerde taal Visual Basic .NET.
De rekentijd van het model wordt voor het grootste deel bepaald door de
tijd om het stromenprobleem op te lossen. De precisie van het gegevenstype
om reële getallen op te slaan heeft geen invloed op de uitkomsten van
de berekeningen. Als de onder- en bovengrens dichterbij elkaar komen zal
op een gegeven moment geen verbetering te vinden zijn. In dit geval moet
het getal dat aangeeft hoeveel de Lagrange multiplicatoren aangepast
worden gehalveerd worden. Echter, initiële testen wijzen uit dat het
halveren van dit getal nauwelijks verbeteringen van de oplossing oplevert.
De implementatie van het model is traag bij grote netwerken, en het gat
tussen de onder- en bovengrens is te groot. Verschillende verbeteringen in
de prestatie zijn geïmplementeerd. De bovengrens oplossingsprocedure
is vereenvoudigd, wat resulteert in een snelheidstoename. Het bijwerken
van de Lagrange multiplicatoren door gebruik te maken van de Kobyashi
methode in plaats van de sub-gradient optimization methode is zeer
lonend voor de kwaliteit van de oplossingen. Het vervangen van de procedure
van het opnieuw toewijzen van stromen in de reparatie methode van de
bovengrens oplossing door het transhipment probleem op te lossen is
minder succesvol, zowel in snelheids- als in kwaliteitstoename.
Als de capaciteiten van voorzieningen op oneindig gesteld worden,
verandert het model onmiddellijk in een ongelimiteerd locatiekeuzemodel,
wat tot een enorme toename in prestaties leidt.
Gevoeligheidsanalyse van servicegraad, orderdoorlooptijd, boete voor het
niet op tijd leveren en vraagonzekerheid
European Fruit is een nieuwe speler op de markt die verschillende soorten
fruit vanuit productiegebieden overal ter wereld naar groothandels in
West-Europa wil vervoeren. Het fruit afkomstig vanuit productiegebieden
die zich buiten Europa bevinden wordt eerst naar havens in Europa
vervoerd, waarna het per vrachtwagen naar distributiecentra, die zich
dicht bij de klant bevinden, wordt getransporteerd. Het fruit afkomstig
vanuit productiegebieden die zich in Europa bevinden wordt direct per
vrachtwagen naar distributiecentra vervoerd.
De vraag van European Fruit luidt: wat is de indeling van het fysiek
distributienetwerk wanneer we in Europa wensen te concurreren met service
van 18, 21 of 24 uur onder verschillende marktomstandigheden?
Om inzicht te geven in de kosten worden de volgende parameters gevarieerd:
- orderdoorlooptijd (oneindig, 18, 21, en 24 uur)
- boete voor het niet op tijd leveren (€0.00, €5.00, €10.00,
en €20.00/doos)
- variantiecoëfficiënt (0.00, 0.30, 0.60 en 0.90); de mate van
vraagonzekerheid
- gewenste servicegraad (90%, 99%, en 99.9%)
Specifieke waarden van de parameters sluiten bepaalde scenario's uit,
waardoor 100 scenario's overblijven om te testen met de implementatie van
het responsief fysiek distributienetwerk model. Om de vraag van European
Fruit te beantwoorden worden voor elk van de vier waarden voor de
doorlooptijd een scenario zonder vraagonzekerheid, en een scenario met een
hoge variantiecoëfficiënt (0.90) en een hoge servicegraad
(99.9%) geselecteerd.
Wanneer gekeken wordt naar de beste oplossingen die door het model
gevonden zijn, kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden specifiek
voor European Fruit:
- zonder vraagonzekerheid is een responsief netwerk 33% duurder dan een
efficiënt netwerk
- met hoge vraagonzekerheid en servicegraad is een responsief netwerk
36% duurder dan een efficiënt netwerk
De algemene conclusies wanneer responsieve fysieke distributienetwerken
ontwikkeld worden zijn:
- de doorlooptijd is de parameter die de meeste invloed heeft op
de totale logistieke kosten
- als de boete voor het niet op tijd leveren hoog is (bijvoorbeeld de
waarde van het product), is het nooit een optie is om te laat te leveren
- als vraagonzekerheid en servicegraad hoger worden, levert niet elk DC
alle productgroepen
- sommige uitkomsten komen qua totale logistieke kosten vrijwel overeen,
maar kunnen in bijvoorbeeld het aantal open DC's verschillen
Een analyse van de stabiliteit van de netwerken bij variërende
transportkosten en gemiddelde vraag wijst uit dat de invloed op de optimale
indeling van het responsieve netwerk bij marktomstandigheden met hoge
vraagonzekerheid aanzienlijk is. Responsieve netwerken verliezen dus meer
efficiëntie dan efficiënte netwerken wanneer transportkosten of
gemiddelde vraag veranderen.
De prestatie van het model in het vinden van goede oplossingen kan
verbeterd worden. Bij scenario's met verhoogde responsiviteit wordt het
moeilijker om te zeggen of de oplossing zich dicht bij de optimale
oplossing bevindt, vanwege de hoge duality gap (het verschil tussen de
onder- en bovengrens) van soms 30%. Hierdoor is het niet eenvoudig om deze
scenario's met de efficiënte netwerken te vergelijken waarbij de
duality gap minder dan 5.5% bedraagt.
De hoge duality gaps worden voornamelijk veroorzaakt door de ondergrens
oplossingen, die te laag zijn wanneer boetes voor niet optijd leveren
worden opgelegd. In sommige gevallen zijn de bovengrens oplossingen te
hoog. Een verbetering aan het model moet als doel hebben de duality gap
tot 10% te reduceren.
De totale logistieke kosten van oplossingen van het model komen niet
overeen met de werkelijke kosten van het fysiek distributienetwerk. Dit
komt door de lineaire kostenstructuur van het responsief fysiek
distributienetwerk model. Echter, de resultaten van de case wijzen uit dat
het mogelijk is scenario's met verschillende parameters met elkaar te
vergelijken. Het model bewijst betrouwbaar genoeg te zijn om
efficiënte en responsieve netwerken te vergelijken op het strategisch
niveau.
Aanbevelingen
Om het uiteindelijke fysieke distributienetwerk te ontwerpen kan men de
procedure gebruiken waarbij een gevoeligheidsanalyse op de gekozen
scenario's wordt uitgevoerd, en te zien wat er gebeurt wanneer
bijvoorbeeld een DC wordt toegevoegd of verwijderd. Ook wordt aanbevolen
scenario's uit te voeren om te zien hoe de oplossing presteert onder
verschillende economische omstandigheden. Vervolgens past men een
voorraadmodel toe. De laatste stap is een routemodel toe te passen om te
bepalen welk scenario uitgevoerd moet worden.
Om de oplossing te verbeteren kan een branch-and-bound algoritme
toegepast worden. Het is ook mogelijk om meer beperkingen te relaxen om
onafhankelijk het aantal fabrieken, distributiecentra en veiligheidsvoorraden
die geopend of toegewezen moeten worden te selecteren. De laatst aanbevolen
verbetering is om de Lagrange multiplicatoren op een andere wijze bij te werken.
Het model kan uitgebreid worden met meer aspecten die te doen hebben met
responsiviteit. Te denken is aan zaken als leveringsfrequentie, consolidatie,
veranderingen in de vraag op lange termijn, leveringsonzekerheid, en productie.
Toekomstig onderzoek van responsieve logistieke ketens zal zich
voornamelijk moeten richten op het tweede niveau van responsiviteit
verhogen. Hiervoor zullen tactieken om responsiviteit te verhogen op het
gebied van productie, informatietechnologie en coördinatie tussen
partijen in de logistieke keten geïntegreerd moeten worden met
tactieken binnen het fysieke distributienetwerk.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2005.11.10;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.