R.K. Geurts
Analyse falen veiligheidsvloer bij ondergrondse afvalcontainers.
Ontwerpopdracht,
Rapport 2005.TL.6949, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
In Rotterdam zijn in 1998 de eerste ondergrondse afvalcontainers geplaatst.
Dit project moet uiteindelijk leiden tot een nieuwe inzamelstructuur van
huishoudelijk afval, omdat de oude manier niet meer aan de vernieuwde
Arbo-wet voldoet.
Ballast Nedam heeft Roteb, de gemeentelijke reinigingsdienst van de stad
Rotterdam, 1800 ondergrondse afvalcontainers geleverd. Deze afvalcontainers
worden in een betonnen bak onder de grond geplaatst, waarbij boven de grond
alleen de zuil, waar het afval ingeworpen dient te worden, zichtbaar is.
Bij de eerste 1200 geleverde exemplaren zijn problemen ontstaan met de
veiligheidsvloer in de betonnen bak. Deze veiligheidsvloer moet het gat van
de betonnen bak in de grond afsluiten, wanneer een afvalcontainer uit de bak
gehesen wordt om geleegd te worden.
De ondergrondse afvalcontainers worden met een speciale vuilniswagen geleegd.
Deze vuilniswagen is voorzien van een kraan, met een oppakmechanisme, om de
afvalcontainers uit de grond te hijsen om ze vervolgens te legen.
De veiligheidsvloer, die het gat in de betonnen bak moet afsluiten, is op
een schaarmechanisme gemonteerd. Wanneer het schaarmechanisme ingeklapt
onder in de betonnen bak ligt leveren de gasdrukveren van het mechanisme
echter onvoldoende kracht om het mechanisme uit te klappen.
Daarom is er een constructie bedacht waarbij twee meeneemhendels, die op de
veiligheidsvloer bevestigd zijn, de veiligheidsvloer mee naar boven
trekken wanneer de afvalcontainer geleegd wordt. Deze twee meeneemhendels
koppelen de veiligheidsvloer aan twee platen die aan de onderkant van de
afvalcontainer bevestigd zijn [zie figuur 1].

Figuur 1; schets afvalcontainer in betonnen bak met meeneemhendel (detail)
Uit een analyse van de geometrie blijkt dat alle onderdelen correct op
elkaar afgestemd zijn en dat het niet mogelijk is om de afvalcontainer zo
te plaatsen, dat de meeneemhendels niet tot de platen onder de afvalcontainer
kunnen reiken.
Uit een algemene foutenanalyse is gebleken dat de meeste problemen, van
het niet goed functioneren van de veiligheidsvloer, ontstaan door
problemen aan de meeneemhendels. Daarom is er een analyse uitgevoerd van
de krachten op de meeneemhendels tijdens het hijsen.
Uit deze analyse is naar voren gekomen dat bij een te hoge wrijvingskracht
tussen de wand van de betonnen bak en de meeneemhendel, de spanningen in
de meeneemhendel boven de vloeigrens komen. Hierdoor treden er blijvende
vervormingen aan de meeneemhendels op.
Omdat de optredende krachten op de meeneemhendels te groot worden is
gekeken naar aanpassingen in het ontwerp van de meeneemhendels.
Het sterker maken van de meeneemhendels is echter geen optie, omdat er
vervolgens problemen in andere onderdelen van de ondergrondse afvalcontainer
zullen ontstaan.
Het verlagen van de wrijvingskracht en het voorkomen van het happen van de
meeneemhendel in de wand van de betonnen bak lijken echter wel
efficiënte oplossingen.
Dit is mogelijk door het plaatsen van stroken materiaal op de wand van de
betonnen bak ter plaatse van de meeneemhendels, of door de meeneemhendels te
vervangen door exemplaren met een wieltje dat langs de wand van de betonnen
bak rolt.
Om te kijken welke oplossing het meest geschikt is, zullen beide
oplossingen in de praktijk getest moeten worden en zullen de verschillende
resultaten met elkaar vergeleken moeten worden.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2005.07.10;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.