Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



B.M.A. Herfkens Beschadiging aan treinrails door vrachtvervoerders
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 2006.TL.7047, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


De afgelopen tien jaar is het vrachtvervoer per trein in Nederland verdubbeld. Het huidige spoornet wordt daardoor steeds intensiever gebruikt. Een aantal grote infrastructurele projecten zijn daarom nodig. Eén van deze projecten is de Betuweroute die begin 2007 open zal gaan. Op dit moment zijn er nog geen vrachtvervoerders die van de Betuweroute gebruik gaan maken, doordat de infraheffing door de infrastructuurbeheerder ProRail te hoog is.

Infraheffing is mede gebaseerd op de hoeveelheid beschadiging die treinen veroorzaken. Het is daarom voor de vrachtvervoerders van belang te weten hoe groot die beschadiging is. Beschadiging van treinrails is het gevolg van twee verschijnselen; slijtage en rolling contact fatigue.

Slijtage met materiaalverlies is het gevolg van een abrassief proces, waarbij kleine deeltjes tussen de wielen en de rails een toplaagje afschuren. De mate van deze slijtage is uit te drukken met de wear rate en de wear coëfficiënt. Er is behoorlijk wat wetenschappelijk onderzoek gedaan naar deze slijtage en er zijn daarom enkele testresultaten die een maat geven voor de wear rate en wear coëfficiënt.

Belangrijke factoren die een rol spelen in het slijtageproces zijn slip, hardheid, microstructuur en water dat als smeermiddel kan fungeren. Het is gebleken dat vooral slip en water zeer grote invloed hebben op de wear rate. De slijtage blijkt extreem te kunnen stijgen wanneer het rail-wielcontact afwisselend wordt blootgesteld aan natte en droge omstandigheden. De hoeveelheid slijtage valt in grofweg 3 categorieën onder te verdelen; Type I, II en III. Type I is milde slijtage met een lage wear rate. Het proces is voornamelijk afhankelijk van telkens wegslijtende corrosie. Type II is zware slijtage. Er ontstaan scheurtjes en metaaldeeltjes worden losgemaakt. Type III is catastrofale slijtage en veroorzaakt diepe scheuren en plooien in het (rail-)oppervlak.

Rolling contact fatigue is een vorm van vermoenngsslijtage. Door herhaaldelijke belasting kan het materiaal plastisch gaan deformeren en uiteindelijk scheuren. Hoewel hier geen materiaalverlies optreedt, kan de mate van RCF wel uitgedrukt worden in elastisch-plastisch gedrag, de scheurgroei en de hoeveelheid belastingen tot een rail breekt. Modelvorming van een containertrein laat zien dat er milde en zware slijtage optreedt met een wear rate tussen de 0.5 en 1.0 * 10-4 gr / m / 10  mm contactbreedte. Bij treinsnelheden boven de 130 km/uur zal pas type III slijtage optreden.
Dit model laat een elastisch gedrag zien. Er zal dus nauwelijks plastische deformatie optreden als gevolg van deze trein. De kritische scheurlengte is tussen de 0.33 en 0.60 mm. Grotere scheuren zullen propageren en tot een breuk leiden.

Het model voor een trein met bulkgoederen geeft een wear rate van 0.6 tot 1.5 * 10-4 gr / m / 10  mm contactbreedte. Ook hier is de slijtage van type I en II. Bij een snelheid boven de 110 km/hr zal catastrofale slijtage optreden.

Dit model veroorzaakt plastische deformatie en heeft een kritische scheurlengte tussen de 0.44 en 0.81 mm.


Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2006.04.25; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.