Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen
Transporttechnologie



C. Kok Ontwikkeling van personenvervoer in Europa
Literatuuropdracht/scriptie, Rapport 2008.TEL.7225, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.


In onze moderne maatschappij is personen- en goederenvervoer essentieel voor de welvaart. De mens heeft behoefte om zich te kunnen verplaatsen zowel voor werk als voor privé-doeleinden. Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw is het personenvervoer sterk toegenomen. En met name het woon-werk-verkeer en het sociaal-recreatieve verkeer veroorzaken een grote belasting voor het vervoersnetwerk. Voor de toekomst wordt een verdere stijging in de mobiliteit voorzien. De auto blijft daarbij verreweg het meest gebruikt en voor 2030 is de verwachting dat nog steeds driekwart van de totale reizigerskilometers in het personenvervoer per privé auto plaats zal vinden.

Ondanks de uitbreiding van de verkeersinfrastructuur zorgt de toename van het vervoer in westerse en zich ontwikkelende economieën in toenemende mate voor een mobiliteitsprobleem. Daar komt bij dat fossiele brandstof schaars wordt, het milieu zwaar wordt belast, en de veiligheid in het geding is. Europa en de overige werelddelen, hebben derhalve een belangrijke uitdaging op het gebied van vervoer, waar tegelijkertijd vier problemen moeten worden opgelost: de mobiliteitvraag, de milieubelasting, en het duurzaamheids- en veiligheidsvraagstuk.

In dit literatuuronderzoek wordt een analyse gegeven van de ontwikkelingen rond de mobiliteitsproblematiek, waarbij de toekomstige vraag naar mobiliteit als basis dient voor de ontwikkeling van effectieve nieuwe vervoerssystemen. Innovaties in de vervoerssector (rail-, water- en wegvervoer) dienen de mobiliteitsgroei en de ongewenste neveneffecten op milieu, duurzaamheid en veiligheid op te vangen.

Mobiliteit is vanaf de industriële revolutie en speciaal in de tweede helft van de vorige eeuw sterk gestegen. Urbanisatie en zakelijk verkeer is toegenomen en vervoer over een grotere afstand is nodig onder de huidige leefomstandigheden (werk en privé). De vervoerssystemen kunnen echter de mobiliteitsvraag nauwelijks aan. De opmars van de auto is het meest opvallend in de geschiedenis van het personenvervoer. Waren paard-en-wagen, trein en tram begin 1900 nog voornamelijk voor de elite bestemd, 100 jaar later is het gebruik van de auto ingeburgerd en bezit driekwart van de huishoudens deze 'heilige koe'.

De auto is gewild vanwege het gebruikersgemak (deur-tot-deur transport), de snelheid en flexibiliteit van het vervoer, comfort en status, en omdat het met meer inzittenden een relatief goedkoop vervoersmiddel is. De ongewenste effecten hebben te maken met duurzaamheid: de transportsector is verantwoordelijk voor verbruik van 35% van de totale energie. Naast het schaars worden van fossiele brandstof, is de auto ook deels de oorzaak van het broeikaseffect. Het blijkt dat de transportsector verantwoordelijk is voor 30% van de CO2 uitstoot wereldwijd. Bij milieubelasting gaat het om schadelijke uitstoot van zwavel- en stikstofverbindingen, stofdeeltjes en geluidsoverlast. Rond 60% van de mensen die wonen in een Europese stad zeggen geluidsoverlast te hebben, waarvan 32% het als een erg groot probleem ervaart. Veiligheid: Dit is door technologische ontwikkelingen in de autobranche, betere voorlichting en verbeteringen in de infrastructuur in Europa teruggedrongen van 56.000 dodelijke slachtoffers in 1991 tot 40.000 in 2002, maar nog steeds veel te hoog.

Mobiliteitsprobleem. Het woon-werk-verkeer zorgt voor de grootste problemen. Dit komt met name doordat vier op de vijf Europeanen in een grote stad of een van zijn buitenwijken woont. Toenemende urbanisatie leidt tot een grote belasting van de infrastructuur, inclusief het verkeersnetwerk. Het mobiliteitsprobleem is in de afgelopen decennia schrikbarend gestegen. Het aantal files is sinds 1990 bijna verzesvoudigd. Het aantal voertuigverliesuren, dat aangeeft hoeveel extra reistijd ontstaat door files laat een enorme stijging zien en de toekomst is weinig rooskleurig. In de huidige situatie kosten files de transportsector 10 procent van de productieve uren. Als we in dit tempo doorgaan, loopt Nederland door files in 2020 een bedrag van 30 miljard euro aan toegevoegde waarde mis. De toenemende files tasten de concurrentiepositie van Nederland aan. Een actiever beleid kan zorgen voor een extra toegevoegde waarde van ongeveer 16 miljard euro. Er zijn diverse oorzaken voor het mobiliteitsprobleem, maar feit is dat de politiek de vraag naar automobiliteit heeft onderschat.

Het groeiende mobiliteitsprobleem heeft ook geresulteerd in overheidsmaatregelen. Lokale en nationale overheden in Europa hebben diverse initiatieven ontplooid voor het behoud van een goed functionerend vervoersnetwerk. Deze maatregelen variëren van gedragsbeïnvloeding van automobilisten tot infrastructurele aanpassingen op (inter)nationaal niveau. Naast nationale stappen om het mobiliteitsprobleem het hoofd te bieden, zoals meer auto(snel)wegen, stimulering openbaar vervoer, invoering betaald rijden, en subsidies op 'groene' auto's, zijn er ook op Europees niveau projectplannen geformuleerd. Het European transportnetwork (TEN-T) project (kosten 600 miljard euro), voorgesteld door de EU, moet in de komende decennia een efficiënt verkeersnetwerk opleveren. Het betekent geen totale oplossing van de mobiliteitsproblematiek, met name het woon-werk-verkeer profiteert hier minder van. Het TEN-T project biedt namelijk geen oplossing voor het regionale vervoer. Geconcludeerd kan worden dat de overheidsinspanningen om de vervoersvraag te beïnvloeden slechts beperkt succesvol zijn gebleken, waardoor de vrijgemaakte middelen om de vervoerscapaciteit te verhogen onvoldoende waren.

Een ontwikkeling van nieuwe vervoerssystemen vraagt om een goed verwachtingsbeeld van de mobiliteitsbehoefte in de toekomst. Tussen 1980 en 1997 is het aantal privé auto's in Europa van 100 tot 170 miljoen gestegen, met als resultaat een toename van 62% in het verkeersvolume. De mobiliteitsbehoefte in Europa blijft toenemen en aangezien er vooralsnog nauwelijks sprake is van alternatieven voor de auto, is een jaarlijkse verkeersgroei van circa 2% te voorzien.

Schäfer van de Cambridge Universiteit heeft de lange termijn trends in de reizigersmobiliteit geanalyseerd [A. Schäfer "The Bridge Winter 2006 - Long-Term Trends in Global Passenger Mobility", Oxford (2006)]. De vraag naar personenvervoer is afhankelijk van de bevolkingsgroei en de toename van het inkomen. De gemiddelde dagelijkse reistijd (circa 1.2 uur per dag) blijkt onafhankelijk te zijn van de hoogte van het inkomen. Verder is een typisch beeld voor moderne geïndustrialiseerde landen dat er bij toenemende welvaart meer geld wordt besteed aan mobiliteit.
Om de toekomstige ontwikkeling naar mobiliteit te analyseren heeft Schäfer over de laatste 50 jaar voor een aantal wereldregio's het aantal gereisde kilometers per persoon (PKT) afgezet tegen het inkomen per hoofd (GDP) voor de vier belangrijkste transportmiddelen (auto, bus, trein, vliegtuig). Een stijging in GDP resulteert in een toename in PKT en omdat de reistijd onafhankelijk is van het inkomen, dient volgens Schäfer deze hogere PKT afgelegd te worden in dezelfde reistijd. Dit betekent dus dat er met snellere en/of efficiëntere vervoerssystemen gereisd moet worden. Met name de hoge snelheids vervoerssystemen dienen de komende 50 jaar een enorme groei door te maken.
Lange afstanden zullen eerder met een hoge snelheids trein, vliegtuig of ander snel transitsysteem worden afgelegd. Voor korte afstanden zal het huidige autovervoer nog grotendeels dienst doen en (inter)lokaal zullen efficiëntere openbaar vervoer systemen moeten worden aangelegd. Het autovervoer zal eerst een constante groei blijven vertonen om vervolgens naar verwachting een relatieve daling te ondergaan.

Binnen bestaande systemen zoals rail, water en weg (auto en bus) zijn diverse ontwikkelingen te zien. De onbemande bus en de automatische snelweg zijn nog toekomstmuziek, maar innovaties gaan snel en volledig geautomatiseerde vervoerssystemen behoren zeker tot de mogelijkheden.

Rail. De trein lijkt met name voor de lange afstand een nieuw tijdperk in te gaan. Snelle hybride treinen, met dual-mode (elektrisch en diesel), dual-voltage en multi-current maken het mogelijk om over vrijwel alle railsystemen in Europa te rijden. De meeste interlokale trams zijn in de loop der tijd vervangen door busdiensten om de kosten te beperken dan wel door Light Rail systemen om een hoge capaciteit te kunnen bieden. Bij metro's zijn de systemen op luchtbanden in opkomst en een bijzondere variant is de metro die aan bovengrondse rails hangt. Echter, horizonvervuiling en hoge infrastructurele kosten zijn een belemmering voor de aanleg van nieuwe systemen.

De Light rail maakt evenals de trein gebruik van right-of-way, hetgeen betekent dat zijn railbaan gescheiden is van het overige vervoer. Verder is hij regionaal inzetbaar zoals de tram in het verleden.
High-speed rail is een type railvervoer dat significant sneller rijdt dan conventionele treinen. Voorbeelden zijn de Franse TGV en Thalys, de Duitse ICE en de Bullet Train uit Japan. Belangrijke vorderingen zijn gemaakt in de ontwikkeling van zeer hoge snelheids treinen. Dit type magneetzweeftrein, ook wel de Maglev genoemd, is een vervoerssysteem zonder enige vorm van rolweerstand, waarbij elektromagneten in de baan en een lineaire inductiemotor in de trein een hoge snelheid (circa 400 km/uur) mogelijk maken. Het systeem is veilig, het onderhoud is naar verwachting laag, maar de hoge investeringskosten zijn vaak een reden om van aanleg af te zien.

Water. Locatie, klimaat, omgeving en toerisme hebben alle grote invloed op het succes van watervervoer (watertaxi of -shuttle) rond steden. In Amsterdam en Rotterdam bijvoorbeeld slaat dit vervoerssysteem niet aan. De ferry vaart over langere afstanden en de moderne schepen zijn vaak uitgerust met draagvleugels. Effectief personenvervoer is voor steden zonder een goed waternetwerk niet mogelijk.

Weg:busvervoer. Bus Rapid Transit (BRT) is een nieuw bussysteem met veelal een hybride elektrische aandrijving en een eigen rijbaan om passagiers sneller naar hun bestemming te brengen. BRT kan een vergelijkbare service bieden als de Light Rail, tram of ander transit systeem, maar dan zonder hoge investeringskosten voor voertuig en infrastructuur. Met een intelligent transportsysteem is verkeerslichtcontrole, navigatie, informatieservice en automatisch rijden mogelijk. Deze busservice heeft veel potentie door de vooruitstrevende technische ontwikkelingen in de vrachtautosector, de hoge flexibiliteit, lage aanschafkosten en minimaal onderhoud.

Weg:autovervoer. De autobranche is voortdurend bezig met technische verbeteringen voor duurzame, milieuvriendelijke en veilige auto's en het bedenken van innovatieve vervoerssystemen die een oplossing bieden voor de toenemende mobiliteitsvraag.
Het Massachusetts Institute of Technology (MIT) heeft een kleine stadsauto (smart city car) ontworpen. Dit compacte voertuig is voorzien van moderne technologieën en is opklapbaar, bijvoorbeeld om te parkeren. Suzuki en Volvo hebben met hun nieuwe autoconcepten ook een interessante visie op het personenvervoer in de toekomst. Nieuwe autotechnologieën, zoals het Advanced Driver Assistance (ADA) met bijvoorbeeld radargestuurde snelheidsregulatie vormen het begin van de automatische snelweg (platooning). Platooning zal de veiligheid, efficiency, het brandstofverbruik en de reistijd van voertuigen verbeteren en tevens verkeersopstoppingen en milieuverontreiniging verminderen. Automatisch rijden verhoogt het comfort voor passagiers, aangezien de reis sneller verloopt met minder snelheidsveranderingen.

Volledig geautomatiseerde systemen. Deze systemen, aangeduid als People Movers maken gebruik van een geleidebaan en worden automatisch gestuurd door sensoren. Het zijn automatische busjes, kabelbanen of monorails die kleine groepen (Group Rapid Transit) of één persoon (Personal Rapid Transit: PRT) vervoeren. Over de jaren is de People Mover verder ontwikkeld tot de huidige Automatic People Mover (APM). Deze APMs zijn interessant maar duur door de geleidebaan. Ze worden veel toegepast bij hoge capaciteitstrajecten zoals businessparken en luchthavens. Het Electronic People Mover systeem is volledig automatisch, beschikt over units voor 4-20 personen voor on-demand vervoer, heeft een hoge ritfrequentie, is geschikt voor een dicht vervoersnetwerk en vereist een eenvoudige infrastructuur op grondniveau. De Rivium is een mooi voorbeeld van een EPM die veel potentie biedt met minimale infrastructuele investeringen. De beschikbare technologische kennis en het feit dat het belang van duurzaamheid, milieu, veiligheid en mobiliteit meer als ooit tevoren wordt erkend, maakt gebruik van PRT systemen erg aantrekkelijk. De luchthaven London Heathrow heeft met het ULTra systeem een PRT primeur.
Het SkyTran systeem bestaat uit kleine tweepersoons wagentjes die de reiziger met een snelheid van maximaal 160 km/uur tot vlakbij zijn gekozen bestemming moet brengen. De gestroomlijnde lichtgewicht wagentjes hangen aan geleidebanen. SkyTran maakt gebruik van de MagLev technologie en is eenvoudig toegankelijk. De lichtgewicht geleidebaan zorgt voor veel lagere kosten dan bijvoorbeeld een Light Rail systeem. Toch moeten deze nieuwe systemen zich eerst nog bewijzen.

Bij de Dual-Mode wordt de privé auto voor het gehele vervoerstraject gebruikt. Een geleidebaan naast of boven de snelweg brengt de auto zonder handelingen of verkeersopstoppingen naar de plaats van bestemming. Files op de reguliere snelweg worden ingehaald en bij de juiste afslag wordt de snelweg verlaten. De auto zal omschakelen naar zijn eigen brandstof en zich weer invoegen bij de rest van het verkeer. Op deze wijze is deur­tot­deur vervoer mogelijk en reizen we comfortabeler, veiliger, goedkoper, sneller, en zonder CO2 uitstoot of verbruik van fossiele brandstof. De capaciteit en snelheid is met het Dual-Mode systeem vele malen groter dan vervoer via de automatische snelweg (Platooning) en het lijkt een interessant systeem om de mobiliteit te verbeteren. Een lange ontwerp­en testfase is vereist waardoor introductie voor 2040 niet is te verwachten.

Kunnen toekomstige vervoersystemen een oplossing bieden voor het mobiliteitsvraagstuk? Zullen Dual-mode systemen, PRT's en automatische City Cars ooit volledige ingang vinden in onze samenleving of wordt over 15 jaar nog overwegend het huidige type auto gebruikt? Introductie van nieuwe geautomatiseerde vervoersystemen moet stap voor stap mogelijk zijn en voor duurzame, milieuvriendelijke en veilige auto's hoeft de tijdshorizon helemaal niet ver weg meer te zijn. Gezamenlijke inspanningen van R&D's van autobedrijven, overheden en consumenten zal het proces naar optimale personenvervoer versnellen.


Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.05.12; logistics@3mE.tudelft.nl , TU Delft / 3mE / TT / LT.