C.J.D. Louw
Simulatie voor het testen van de procedures voor de toewijzing van schepen en
kranen in een dry bulk import terminal
Computeropdracht,
Rapport 2008.TEL.7251, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
Als gevolg van een toename van de wereldwijde handel door globale
economische groei is zeetransport een van en snelst groeiende economische
sectoren. Deze groeiende hoeveelheden die over zee worden vervoerd worden
geladen en gelost in havens. Een van de handelswaren is dry bulk. Dit wordt
vervoerd in bulk carriers en deze worden gelost in dry bulk import
terminals. Concurrentie verhoogt de focus op kostenbeheersing terwijl de
capaciteiten blijven toenemen. De efficiency van de terminal wordt hierdoor
steeds belangrijker.
Dit rapport bevat een beschrijving van het ontwerp van een simulatiemodel, dat
gebruikt kan worden om te bepalen hoe de prestaties van een dry bulk import
terminal kunnen worden verbeterd met de bestaande infrastructuur en uitrusting.
Het model beperkt zich tot de wachtruimte van de schepen en de werkzaamheden
aan de kade. Het model simuleert de werkzaamheden van de terminal op basis van
invoergegevens en genereert resultaten die gebruikt kunnen worden om de
effecten van deze invoer te waarderen.
In de terminal worden schepen toegewezen aan een ligplaats en kranen aan een
schip. De procedures die worden gebruikt voor deze toewijzing zijn
tegenwoordig erg eenvoudig. Het effect van deze procedures wordt bepaald
door alternatieve procedures voor deze toewijzingen te implementeren in het
simulatie model. The prestaties van de terminal worden dan gemeten aan de
hand van de Key Performance Indicator, de gemiddelde wachttijden van de
schepen.
Het simulatiemodel is ontworpen. Het werd gebruikt om alternatieve procedures
voor de toewijzing van ligplaatsen en kranen te vergelijken met de bestaande
procedures. Voor het toewijzen van kranen werd als alternatief een dynamische
toewijzingsprocedure getest. Hierbij worden de kranen continu toegewezen aan
het schip dat de kraan het hardst nodig heeft. Het model wees uit dat dit een
negatieve invloed had op de KPI. Aan de andere uitvoer was te zien dat de extra
productiviteit die de kraan met deze procedure haalt tijdens het daadwerkelijke
lossen, niet opweegt tegen de tijd die verloren gaat aan het verplaatsen van de
kraan langs de kade, waardoor de productiviteit uiteindelijk lager is.
De alternatieve procedure voor de toewijzing van schepen, een procedure die
gebaseerd is op resterende afgesproken wachttijd in plaats van volgorde van
binnenkomen, leek de KPI wel positief te beïnvloeden. De gemiddelde
wachttijd van schepen daalt met deze procedure 12.5%. De spreiding in de
resultaten is echter te groot om deze verbetering toe te kennen aan de
nieuwe procedure voor de toewijzing van schepen.
Rapporten studenten Transporttechniek en Logistieke Techniek
Gewijzigd: 2008.05.12;
logistics@3mE.tudelft.nl
, TU Delft
/ 3mE
/ TT
/ LT.